Enexis Netbeheer biedt studenten Koning Willem I College vele ‘praktijkmeters’ aan

Het Koning Willem I College (KW1C) heeft in de loop der tijd intensieve contacten met bedrijven uit de regio opgebouwd. Een van die bedrijven is Enexis Netbeheer. De aandacht van studenten op niveau 3 én 4 is gedurende het opleidingstraject vooral gericht op de praktijk.

Foto: Rick van Asseldonk

Behalve dat ze in Eindhoven praktijkonderwijs genieten op een goed geoutilleerde bedrijfsschool worden ze ook intensief begeleid bij hun reguliere werkzaamheden in de praktijk.

Een beetje stoeien

Een beetje stoeien noemt hij het, maar een moeilijke klus is het volgens hem allerminst. Rick van Asseldonk (30) uit Heesch is bezig om in de buurt van de voormalige Heilige Jozefkerk in Cuijk een verbindingsmof te verwezenlijken. Hij bevindt zich in een door een aannemer uitgegraven sleuf van ruim een halve meter diep; het vizier is gericht om twee laagspanningskabels aan elkaar vast te maken. Hij maakt onder meer gebruik van gaas en tape. In een zojuist aangebracht ventiel spuit hij vervolgens vier liter tweecomponentenhars, wat op deze manier onder het geïsoleerde oppervlak belandt. “Wanneer dit is uitgehard, hoef je niet bang te zijn dat er nog vocht of ongedierte bij kan”, verzekert hij.

Afwisselende karakter

Van Asseldonk volgt als ‘zij-instromer’ de tweejarige opleiding monteur elektra op mbo3-niveau. “Ik ben eerstejaars. Het klinkt misschien vreemd, maar voor de tweede maal in mijn leven sta ik officieel ingeschreven als student van het Koning Willem I College. Heel wat jaartjes terug heb ik een opleiding tot monteur sterkstroominstallaties gevolgd. Het betrof een driejarige opleiding op mbo2-niveau. Dit is weer een andere tak van sport!”, glundert hij. “Het bevalt me prima, mede vanwege het afwisselende karakter. De ene keer werk je aan het verzwaren van een aansluiting, de andere keer probeer je al ‘puzzelend’ een storing aan te vallen. Of, zoals nu het geval is, een zogenaamde eigen richting helpen te realiseren. De oude kerk wordt namelijk omgedoopt tot een compleet wijkcentrum met tal van voorzieningen. En ja, af en toe hanteer je daarbij nog de ouderwetse schop, de graafmachine kent immers ook haar beperkingen.”

Klein team

Hij maakt doorgaans deel uit van een klein team, in principe bestaande uit een doorgewinterde AVP-er (een allround vakbekwaam persoon), een VP-er (een vakbekwaam persoon die nog niet zo lang geleden het mbo3-diploma behaald heeft), en een eerste- en een tweedejaars VOP-er (voldoende onderricht persoon). De teamsamenstelling kan per klus verschillen, alhoewel Van Asseldonk in de praktijk dikwijls gekoppeld wordt aan AVP-er André Bolwerk die hem tevens begeleid. “Rick is door de bank genomen iemand die dingen snel in de smiezen heeft. Bovendien is hij niet te beroerd om zijn handen flink te laten wapperen. Aan echte vaklui is onverminderd grote behoefte. De eerste robot die in staat is zelfstandig een volledige aansluiting in elkaar te knutselen, moet nog geboren worden”, reageert Bolwerk met een lach.

Voortgang

Van Asseldonk wordt in de hoedanigheid van ‘VOP-er’ eveneens begeleid door Paul Vos, zijn mentor die actief is bij Team Opleidingen. “Ik loop al een kwart eeuw rond bij Enexis. Door de jaren heen heb ik diverse functies bij dit bedrijf bekleed: monteur, werkvoorbereider en uitvoerder. Dat laatste ben ik nu al zeven jaar. Kortom, aan praktijkervaring geen gebrek. Ik vind het bovenal leuk en bevredigend om –voor zover dat mogelijk is- mijn opgedane ervaring door te geven aan onze leerlingen”, geeft Vos prijs. Op gezette tijden bespreekt hij de voortgang met alle studenten en de betrokken AVP-er, waardoor tegelijkertijd sprake is van een soort kwaliteitscontrole. Ook wordt gezamenlijk bekeken welke skills eventueel nog moeten worden aangescherpt.

Plussen en minnen

Daarnaast zijn er van tijd tot tijd bijeenkomsten, waarbij enkele (theorie)docenten vanuit aanschuiven. “Alle schoolgerelateerde items leg ik sowieso bij hen neer. Centraal staat meestal de vraag: sluiten de werkzaamheden uit de praktijk aan op de theorie- en praktijklessen die op onze bedrijfsschool plaatsvinden en vice versa? Bij die bijeenkomsten passeren verder alle plussen en minnen de revue. Uiteraard komen de individuele leer- en werkprestaties ook aan bod. Soms is het ‘appeltje-eitje’, soms moet er veel méér besproken worden”, doet Vos uit de doeken. “Gelukkig zijn de meesten supergemotiveerd; ze zijn erop gebrand om zoveel mogelijk ‘praktijkmeters’ te maken en willen continu vooruit. Dat het regelmatig voorkomt dat leerlingen eerder dan gepland klaar zijn met een bepaalde module vind ik typisch.”  

Waardering

Stef van Engelen(23) uit Vlijmen en Youp Spoormakers(18) uit De Mortel zijn twee andere mbo3-studenten die Vos onder zijn hoede heeft als mentor. De een is een tweedejaars zij-instromer, de ander een eerstejaars schoolverlater. Ondanks hun verschillende achtergrond hebben ze veel gemeen. Ze werken bijvoorbeeld allebei graag met hun handen, zijn technisch onderlegd én stralen de nodige ambitie uit. “Het werk is over het algemeen uitdagend, afwisselend en leerzaam. Ook niet onbelangrijk is dat het zo nu en dan veel waardering oplevert”, weet Van Engelen inmiddels. “Sommige mensen zijn werkelijk radeloos indien ze plotseling geen stroom meer hebben, maar zijn o zo blij wanneer wij het probleem weer hebben opgelost.” Spoormakers herkent dat: “De keren dat ik getrakteerd ben op koffie met iets lekkers zijn niet meer te tellen.”