Koning Willem I College wil snelheidstrein Innovatie & Techniek niet missen

Innovatieve ontwikkelingen van technologische aard zijn hot binnen het onderwijs én het bedrijfsleven. Voor het Koning Willem I College een reden om over het onderwerp voor allerlei betrokkenen een inspiratiemiddag te organiseren.

Foto: Thomas Smits (links) en Thomas van Doremalen

Enkele innovators leverden half mei hun bijdrage door summier in te gaan op de voornaamste ontwikkelingen. Ze legden en passant de focus op wat zoal nodig is om de professional van de toekomst op te leiden.

Trots, vertrouwen en lef

De School voor de Toekomst vormde het toepasselijke decor van de bijeenkomst. In het Metaforum heette Cor van Gerven iedereen een hartelijk welkom. De aanwezigen, onder wie medewerkers van leerbedrijven, het Otib (Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf) en een groep KW1C-studenten vernamen hoopvolle woorden van het lid van het college van bestuur. "Enkele maanden terug hebben we een bestuursakkoord van de MBO-raad ondertekend. Daarin staat wat we de komende vier jaar van plan zijn. Drie woorden staan centraal: trots, vertrouwen en lef. We zijn onder meer trots op de samenwerking met het bedrijfsleven en hebben vertrouwen in de toekomst. Maar zonder lef kom je niet ver. Investeringen op technologisch gebied zijn essentieel om aan te haken aan de wagon van de snelheidstrein", opende Van Gerven.

BIM

Gastvrouw Bernadette van der Klooster, stageconsulent van de Middelbare Techniek School, nodigde hierna engineer Thomas Smits van Heijmans Utiliteit uit iets te vertellen over de kracht van BIM. "Het Bouw Informatie Model is een populaire werkmethode om gangbare activiteiten en processen in de bouw te ondersteunen, meestal aan de hand van één virtueel model in de vorm van een prototype. Interessant is dat in BIM-modellen in verschillende fasen informatie over het betreffende gebouw kan worden opgeslagen, met het oog op een onderlinge uitwisseling tussen betrokkenen. Virtual Reality geldt daarbij als een prachtige en snelle techniek, waarmee ons bedrijf al meerdere positieve ervaringen heeft opgedaan", benadrukte Smits die de rol van Heijmans bij de vernieuwingen van het gebied rondom Rotterdam Ahoy en Zuidplein als exemplarisch aanduidde.

Realiteitsgetrouw

Volgens hem kunnen moderne technieken als Virtual Reality (VR) het verschil maken, bijvoorbeeld om bij aanbestedingen stakeholders te overtuigen en/of de concurrentie een stap voor te zijn. Smits: "Een van de voordelen van VR is dat het gewenste ontwerp op een zo realiteitsgetrouwe wijze inzichtelijk wordt. Dat vergemakkelijkt communiceren over ontwerpvarianten, waardoor ook eerder beslissingen kunnen worden genomen. Tevens is het een instrument om opdrachtgevers te verleiden tot goedkeuring van budgettair gunstige alternatieven. Daarnaast kan al in de ontwerpfase beter geanticipeerd worden op het toekomstig onderhoud van de technische ruimtes en zijn betere (visuele) controles mogelijk." Smits, die na afloop enkele demonstraties gaf, bracht eveneens de techniek van Augmented Reality (AR) ter sprake.

Foto: Demonstratie Virtual Reality

Moderne toepassingen

De tweede spreker was docent elektrotechniek Thomas van Doremalen. Binnen het onderwijsinstituut maakt hij deel uit van KITT (KW1C Innovation & Technology of Tomorrow), een intern initiatief dat in het leven geroepen is om innovatieve ontwikkelingen waar mogelijk te integreren binnen de bestaande onderwijsprogramma's. "Samen met andere docenten ben ik daar één dag per week mee bezig. We onderzoeken de meest uiteenlopende moderne toepassingen. Van VR en AR tot het gebruik van 360º camera's, 3-D printers, robotica en drones", onderstreepte Van Doremalen.

Live-stream

Hij ging verder onder andere in op het geven van les middels een live-stream verbinding, iets wat hij in december introduceerde. "Méér dan twee laptops – een voor de lesstof en de nodige software, een voor de communicatie met de studenten –, een (teken)tablet en een externe HD-camera is niet nodig. Wellicht het belangrijkste voordeel is dat iemand die niet in staat is naar de les te komen, het programma toch kan volgen." Daarna trad Marius Boon, districtsmanager bij Installatiewerk Noord-Holland, naar voren om wat te vertellen over ontwikkelingen in de installatietechniek.

'Hybride' docent

Doekle Terpstra, voorzitter van Uneto-VNI, kwam de eer toe om af te sluiten. De voormalige bestuurder van het CNV, de HBO-raad en de KNSB, uitte kritiek op het gebrek aan samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs. "Om het tekort aan accuraat opgeleide professionals binnen het technisch onderwijs aan te pakken, is het zaak de zogenaamde 'hybride' (parttime) docent, die voortdurend manoeuvreert tussen beide sectoren, steviger te omarmen. Tegelijkertijd geldt de algemene verwachting dat zoiets ook daadwerkelijk gaat gebeuren", aldus Terpstra.

Gebrekkige instroom

Hij stond tevens stil bij een andere bottleneck: de gebrekkige instroom van leerlingen en studenten binnen het technisch onderwijs. "Op de universiteit en het hbo gaat het prima, maar op vmbo-scholen is dat bepaald niet het geval. Als we niet op ons qui-vive zijn, gaat het mbo dezelfde kant op", waarschuwde hij. "En dat terwijl er nog zoveel werk te doen is als gevolg van de diverse transities in het kader van de duurzaamheid en de modernisering. Techniek wordt méér en méér allesbepalend."

Tot slot vestigde hij de aandacht op het probleem dat kinderen in het basisonderwijs onvoldoende kennismaken met de techniek. "Een technische opleiding heeft nog altijd last van een negatief imago; veel ouders willen bijvoorbeeld liever dat hun kind naar de havo gaat. Een dergelijke mindset moeten we zien te veranderen."