Wat doen we met al die data?

Tijdens RegioinBedrijf Connect in Koudekerke werd aan de thematafel High Tech gesproken over ´predictive maintenance´. Tafelvoorzitter Roland Grimm van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij gaf de aftrap voor het inspirerende gesprek.

RegioinBedrijf Connect - 12-10-2017

Verslag thematafel High Tech

Al snel ging het niet meer over de te oorspronkelijk te behandelen vraag “Hoe optimaliseer je de levenscyclus van kapitaalgoederen binnen je onderneming door de inzet van predictive maintenance?”, maar eerder over hoe je iedereen binnen de organisatie op één lijn krijgt over het belang en de voordelen ervan en de uitdaging die er ligt om de enorme hoeveelheid data op een goede manier te analyseren en toe te passen. 

Kennisbehoefte

Grimm daarover: “Om de levenscyclus van je assets te optimaliseren moet je het onderhoud zo efficiënt inrichten. Maar hoe krijg je die levenscyclus het beste in beeld? Je hebt in een bedrijf namelijk verschillende afdelingen met uiteenlopende verantwoordelijkheden. Je moet een virtuele muur over om de informatie op de juiste plek te krijgen. Engineers moeten dus beseffen dat je aan een systeem met sensoren ook echt iets moet hebben doordat de data ook echt bruikbaar is. Met een centraal systeem waarin je kunt zien wanneer bijvoorbeeld bepaalde onderdelen het gaan begeven, krijg je compleet nieuwe kennisbehoeftes. We kunnen al heel veel, maar om de volgende stap te zetten zal de maakindustrie dus nog een muur moeten slechten en zichzelf de vraag stellen hoe ze die data en technologie het beste kunnen vergaren en toepassen. Ook belangrijk is de vraag of we daar met elkaar modellen voor gaan vinden.”

Terugverdientijd

Als het gaat om de financiering van predictive maintenance laat Robert van de Sande weten niet altijd op voldoende draagvlak te kunnen rekenen: “Probleem is dat de investering zich niet in 2 jaar terug verdient. Dan is het lastig om een businesscase te maken waarmee je de financiële mensen kunt overtuigen. Onze hoop is nu gevestigd op de nieuwe generatie goedkopere sensoren, die de terugverdientijd van de investering versnellen. Een ander punt van aandacht is wat je met al die vergaarde data gaat doen, want het is heel veel informatie die goed gebruikt moet worden.”

Big data

Jacco Saaman haakte daar op in: “Het is inderdaad een hele uitdaging om die ‘big data’ op de juiste manier te interpreteren. Grootste probleem is niet dat de industrie niet wil, maar dat ze er niet de mensen voor hebben. Bijkomend probleem is dat veel bedrijven niet eens in kaart kunnen brengen wat ze nu eigenlijk aan assets bezitten. Hun beeld komt niet overeen met de waarheid in het veld. Als je de actuele situatie niet in kaart kan brengen wordt het ook heel lastig om predictive maintenance uit te voeren. Dan kunnen er zelfs gevaarlijke situaties ontstaan. Het probleem zit ‘m dus aan de menselijke kant. Niemand heeft ook een goed beeld van alle databasesystemen omdat ze allemaal verschillend zijn: van SAP tot Oracle. Die moeten allemaal gecombineerd worden. Maar goede techneuten zijn haast niet meer te krijgen. Wij kopen daarom bedrijven. Puur vanwege de medewerkers die daar werken die de kennis bezitten die wij nodig hebben.”

Mammoet

Veel kostbare tijd en energie verloren gaat aan het naleven van regeltjes en het blijven hangen in het verleden, aldus Patricia van den Berge: “Innovatie is belangrijk, maar in veel sectoren gaat het nog heel traag. Een mammoet kun je moeilijk snel een richting opsturen. In de bouwwereld blijft men ook vaak nog in oude technieken hangen. Men leert niet van oude fouten en kopieert elkaar. Binnen onze branche werken wij bewust op een modulaire manier met een heldere en vernieuwende visie aan de toekomst.”

Software against people

Robbert Wehmeijer ziet een tegenstelling tussen techniek en de mensheid: “Het is echt ‘software against people’. Als het portfolio en onderhoud aan assets niet goed wordt bijgehouden, krijg je een ruis op de informatielijn die extreem groot is. De gemeente Eindhoven is bijvoorbeeld al jaren bezig met het in kaart brengen van hun vastgoedportefeuille. Maar ze weten gewoon niet precies wat ze allemaal bezitten. Dan praat je over een totaalbedrag van 1,5 miljard euro. Dan kun je wel praten over predective maintenance, maar als je niet weet wat en waar je moet onderhouden, heb je toch een probleem.”

Slimme bouwblokken

Veel bedrijven hebben al machines hebben waar heel veel datavangers in zitten, maar daar gebeurt volgens Jeroen Bouvrie nog niets mee: “Als huishoudens in de toekomst geen gasaansluiting meer hebben, zullen bijvoorbeeld ondernemers die cv-ketels installeren en onderhouden toch moeten gaan schakelen. Daar kan softwaretechniek helpen. Met de data die ze nu kunnen vergaren via de ketel, kunnen ze de stap zetten naar het leveren van comfort. Dat heeft veel impact op het bedrijf en vormt een behoorlijke uitdaging voor zo’n ondernemer maar je moet die stap nu wel zetten. Slimme bouwblokken en goede techneuten zijn de enige weg voorwaarts. Dat het lastig is om aan goed geschoold personeel te komen is niet nieuw ,maar blijft wel een punt van aandacht.” 

Waardevol

Ook het Heembouw van Toni Collens liep daar tegenaan bij de realisatie van kantoren en productiehallen: “Omdat de informatieoverdracht moeizaam verliep, zijn we overgegaan tot het in dienst nemen van eigen architecten en engineers. Nu kunnen wij alles van a tot z zelf verzorgen. Wij kunnen alles meten wat de klant wil: van hoe vaak een deur open en dicht gaat tot hoe snel de lopende band loopt en wie ‘m gebruikt. Als je predictive maintenance goed inzet en de randvoorwaarden zijn goed ingevuld, dan is het voor elk bedrijf uiteindelijk enorm waardevol”, concludeert hij.

Auteur: Ron van Kuijk