Een betere bezettingsgraad voor taxi’s

Kunnen de taxi’s of taxibusjes die het vervoer in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) verzorgen ook andere reizigers, zogenaamde Hoppers, gaan meenemen?

Als dat zou lukken, dan kan dat leiden tot meer rentabiliteit in de branche en een schoner milieu. Vijf MKB’ers uit de branche, een ict-bedrijf en TNO verkenden samen de mogelijkheden. Zij zien nieuwe kansen voor samenwerking en het verhogen van de bezettingsgraad.

De WMO is de wet die regelt dat mensen met een beperking ondersteuning krijgen, bijvoorbeeld als zij vervoer nodig hebben. De bezettingsgraad en daarmee de rentabiliteit van taxi´s en busjes die in het kader van de WMO rijden is niet erg hoog en dreigt door bezuinigingen in de zorg nog af te nemen. Dennis Scholte van taxibedrijf RTC Ridderkerk BV ging daarom op zoek naar mogelijkheden om meer mensen te laten profiteren van het WMO-vervoer. Hij bedacht een app, die reizigers die doorgaans voor het openbaar vervoer kiezen, informeert over meereizen met een WMO-taxi: ‘Die taxi moet dan ongeveer hetzelfde vertrekpunt en dezelfde eindbestemming hebben als de reiziger. Om de app te laten werken, moet je beschikken over informatie over de routes van de taxi’s en over technologie om de aanvragen van de reizigers te analyseren en hen aan de beschikbare taxi’s te koppelen.’

Grote datasystemen

Die combinatie is precies wat wij in huis hebben, zegt Erica de Feijter van TNO: ‘We zijn sterk op het gebied van realtime analyse van grote datasystemen en we kunnen die kennis praktisch bruikbaar maken voor gebruik in logistieke processen.’ Scholte en drie van zijn collega’s uit de taxibranche zetten daarom samen met een ict-bedrijf en TNO een Technologiecluster (TC) op, waarin werd onderzocht of de app die Scholte voor ogen stond praktisch bruikbaar zou zijn. De Feijter: ‘We begonnen met een analyse van het potentiële aanbod aan Hoppers. In het onderzoek hebben we ons verder gericht op de technische analyse van het benodigde ict-platform, het gedrag van de Hopper en het formuleren van de opzet van een businesscase’.

Nieuwe kansen

Al snel bleek echter, dat het aanbod van extra reizigers te gering zou zijn om de investeringen, onder andere in ict, te rechtvaardigen. Scholte: ‘Dat was een teken dat we beter konden stoppen met het TC en dat hebben we dan ook gedaan.’ Desondanks heeft het TC veel opgeleverd: ‘We konden tegen relatief lage kosten vaststellen dat het systeem economisch niet haalbaar is. Jammer, maar dan weten we dat in ieder geval. En wat belangrijker is: we hebben kennis verzameld die bruikbaar is om andere ideeën te verwezenlijken.’

Stevig sparren

Scholte denkt daarbij aan manieren om ritten vaker en beter te combineren en taxi’s zo efficiënter in te zetten: ‘Vooral als taxibedrijven daarover onderling goede afspraken gaan maken, dan liggen er mooie kansen.’ Hij wil de praktische kanten van die benadering verder gaan onderzoeken, zo mogelijk weer samen met TNO: ‘De samenwerking met de mensen van TNO is uitstekend bevallen. Je kunt stevig met ze sparren en ze beschikken over brede logistiek kennis, passende analysemodellen en commercieel inzicht. We willen TNO graag blijven betrekken bij de ontwikkelingen van innovatieve plannen.’