'Pilot Steenbank' zorgt voor betere dienstverlening Loodswezen
- 22 okt., 2015
- Logistiek & Vervoer
Bijna twee jaar alweer werkt de regio Scheldemonden voor het beloodsen van zeeschepen met het Pilot Steenbank concept. Manager Operaties Jan Willem Siewe legt uit hoe deze aanpak in elkaar steekt en in de praktijk echt een verschil maakt.
“Als regio Scheldemonden willen wij een optimale dienstverlening bieden aan het grote schip.” Belangrijkste onderdelen zijn een nauwe samenwerking met Rijkswaterstaat en de permanente inzet van een SWATH op zee.
Op de vierde verdieping van het Scheldecoördinatiecentrum in Vlissingen opereren een verkeersdienstleider van Rijkswaterstaat en een registerloods in het kader van de Pilot Steenbank sinds november 2013, 24 uur per dag gebroederlijk naast elkaar. “Tien - vijftien jaar geleden had niemand dat durven dromen,” zo blikt Jan Willem terug op het verleden. “Wij en Rijkswaterstaat vormden echt twee verschillende werelden. Wij tolereerden elkaar, maar meer ook niet. Langzaam zijn die relaties genormaliseerd.” Inmiddels dus met als resultaat dat een registerloods en verkeersdienstleider direct naast elkaar in de verkeerstoren zitten. Gezamenlijk zorgen zij er voor dat het inkomende en uitgaande scheepvaartverkeer op de Westerschelde dag in dag uit zo goed mogelijk doorstroomt.
Ketenwerking
De intensieve samenwerking in de verkeerstoren past in het grotere plaatje van ketenwerking voor de Westerschelde. Alle nautische dienstverleners op de Westerschelde hebben onderling afspraken gemaakt om hun werkzaamheden zo goed mogelijk af te stemmen en zijn transparant naar elkaar over de vorderingen. Afwijkingen in de planning van een schip betekent in principe achteraan aansluiten. Jan Willem: “Van voor- naar achterdeur willen wij er voor zorgen dat de scheepvaart optimaal kan doorstromen, zonder onnodige wachttijden. Daar past ook in dat wij het plannen van de loodsreizen dat voorheen altijd op zee gebeurde aan boord van het loodsvaartuig, hebben teruggehaald naar de wal.”
Veranderingen op zee
De belangrijkste verandering van de Pilot Steenbank voor het werk op zee is verder dat het beloodsen van de zeeschepen vanaf het loodsvaartuig bij de kruispost Steenbank - voor de kust ter hoogte van Westkapelle - tegenwoordig gebeurt met de inzet van een 24 uur per dag aanwezige SWATH. Jan Willem: “De grote zeeschepen kunnen wij hierdoor verder uit de kust beloodsen. Voordat de gevaren van de ondiepten in zicht komen, is de loods aan boord op zijn post. Anders dan bij de inzet van een jol hoeft een zeeschip voor het aan boord nemen van de loods ook niet helemaal terug in snelheid naar 4 knopen en bijvoorbeeld 90 graden koers te wijzigen om lij te maken. Terwijl de SWATH langszij komt, kan het schip gewoon met 10 á 11 knopen doorvaren. SWATH’s zijn namelijk veel stabieler en kunnen bovendien bij grotere golfhoogtes tot 3,5 meter dienst doen.”
Grote schip
Jan Willem raakt daarmee gelijk de kern van het gehele Pilot Steenbank concept. “Wij willen een optimale dienstverlening bieden aan het grote schip. De schaalvergroting in de scheepvaart op de Westerschelde is enorm (zie grafiek, red.). Het grootste schip op de rivier is inmiddels al 400 meter lang en steekt vijftien meter diep. Tegelijkertijd zijn rederijen om brandstof te besparen steeds meer overgegaan op slow steaming. Dat betekent ook dat zij niet onnodig willen omvaren. De kapiteins van de grote containerschepen die uit het noorden komen willen via de kortste route naar binnen. Dat is via de Steenbank en de Westrond-route (zie foto, red.); dankzij de inzet van een SWATH kunnen wij ze hier optimaal bedienen. Men hoeft niet door te varen naar de kruispost van de Vlaamse collega’s bij De Wandelaar voor de kust van Oostende. Beide kruisposten bieden nu een zelfde dienstverlening.”
Optimaal gebruik SWATH’s
In de nieuwe werkwijze kan de regio de twee SWATH’s eindelijk optimaal gebruiken. Lange tijd was dat anders. Jan Willem: “Ten tijde van de aanschaf van de SWATH’s in 2005 - 2006 was het idee dat wij samen met de Vlaamse collega’s voor de kust één gezamenlijke kruispost met een moeder-SWATH zouden realiseren. Dat is echter geen waarheid geworden. Vlaanderen en wij zijn vanaf onze eigen kruisposten - De Wandelaar en Steenbank - blijven werken. Voor ons betekende het dat wij de SWATH’s niet optimaal konden inzetten. De schepen waren niet echt geschikt voor uitwisseling met onze toenmalige M-klasse loodsvaartuigen. Bij het in de vaart komen van de nieuwe P-klasse loodsvaartuigen is dat anders geworden. In het ontwerp is nadrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid om uit te wisselen met SWATH’s.”
Nieuw ritme
Er is nog een element waarin bij de bouw van de P-klasse rekening mee is gehouden. De nieuwe loodsvaartuigen beschikken over aparte hutten voor het huisvesten van de SWATH-bemanningen. Jan Willem: “Het feit dat een SWATH nu 24 uur per dag permanent op zee is, heeft voor de SWATH-bemanningen tot een ander rooster geleid. In plaats van twaalf uur op en twaalf uur af vanuit Vlissingen, is men nu met twee ploegen vier dagen permanent op zee in een ritme van een acht uur op en acht uur af. Eten en slapen gebeurt aan boord van het loodsvaartuig.” Natuurlijk heeft dat gewenning gevraagd, zo beseft de operations manager. “Zowel van de kant van de SWATH-bemanningen, die niet meer vanuit huis kunnen opereren, als voor de ploeg op het loodsvaartuig. Die kregen ‘opeens’ extra mensen aan boord. Inmiddels is iedereen echter aan elkaar gewend. Terugkijkend hebben wij via de Pilot Steenbank in twee tot drie jaar tijd ons totale loodsconcept weten te veranderen. Een bijzondere prestatie. Men zegt immers altijd dat zeelui conventionele mensen zijn en loodsen conventionele zeelui. Mede ook dankzij de grote inzet en betrokkenheid van de SWATHbemanningen, de bemanningen van het loodsvaartuig en de loodsdienstcoördinatoren hebben wij het gezamenlijk echter voor elkaar gekregen.”
Verlengen levensduur!De twee in 2005 - 2006 door het Loodswezen aangeschafte SWATH’s zouden zonder verdere actie rond 2020 het einde van hun levensduur naderen. Inmiddels is echter besloten beide vaartuigen een uitgebreide ‘midlife’ opknapbeurt te geven. Jan Willem: “De Cetus ligt sinds half september in het dok en zal daar tot medio december blijven, onder meer voor een volledige her-motorisering.” De Cetus en daarna de Perseus krijgen hiermee een zelfde motorvermogen als de SWATH’s van de Vlaamse collega’s. “Het zal een eind maken aan de huidige klacht dat de motoren van de schepen niet snel genoeg reageren. Meer vermogen maakt ze beter manoeuvreerbaar.” Na de midlife conversie kunnen de twee SWATH’s moeiteloos tot 2025 mee. “Dat is een mooi moment om te beslissen op welke manier wij de SWATH’s zullen vervangen.” |
Auteur: Rob Wilken
Meer informatie over LOODSWEZEN REGIO SCHELDEMONDEN:
Bekijk het complete bedrijfsprofiel