“Vakmanschap alléén is niet meer voldoende”
- 18 apr., 2017
- Regionale ontwikkeling
In de regio Den Bosch werken het Koning Willem I College en vier metaalbedrijven samen in de Stuurgroep Metaal. Het doel: elkaar beter leren kennen, kennis uitwisselen, en de regionale aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren.
Foto: Arnold Versteeg, algemeen directeur VPT Versteeg en René van Uden, directeur MTS Koning Willem I College
Binnen de Middelbare Techniek School (MTS) biedt het Koning Willem I College in Den Bosch tal van opleidingen op het gebied van metaalbewerking. Op een gegeven moment waren er zóveel studenten, dat er bij de examinering te weinig mensen beschikbaar waren voor de beoordeling, blikt MTS-directeur René van Uden terug. “Met het oog op de examinering hadden we dringend behoefte aan experts uit het bedrijfsleven. Daarnaast kon en kan de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt beter; de vraag naar technisch talent is groot, maar theorie en praktijk sluiten niet altijd even goed op elkaar aan. Zo kwamen we op het idee om een Stuurgroep Metaal op te richten, samen met enkele enthousiaste metaalbedrijven uit de regio. Het doel: elkaar beter leren kennen en kijken hoe en waar we elkaar zouden kunnen versterken.”
Andere competenties
Inmiddels bestaat de stuurgroep uit vier actieve metaalbedrijven uit de regio: Benier Nederland, De Dieze, GEA Grasso en VPT Versteeg. Volgens algemeen directeur Arnold Versteeg van het laatstgenoemde bedrijf is een inniger band tussen onderwijs en bedrijfsleven broodnodig. “Voor de opleiding is het goed om te weten wat er in het bedrijfsleven speelt; voor bedrijven als het onze is het goed om te weten wat leerlingen op school leren.” Die twee zaken matchen namelijk niet altijd even goed, constateert Versteeg. “Vakmanschap alléén is allang niet meer voldoende. In het hedendaagse bedrijfsleven draait het ook om competenties als probleemoplossend vermogen, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, samenwerking en communicatie. Dingen die je vooral ook leert in de praktijk. Daar komt bij dat er volop wordt geïnvesteerd in nieuwe technologieën, zoals 3D-printing en andere vormen van automatisering. Het omgaan daarmee vraagt ook weer om andere vaardigheden. Het onderwijscurriculum sluit daar niet altijd bij aan.” Daarnaast is het metaalvak vaak toch anders in de praktijk dan op school.
Imago
Daar is Van Uden het mee eens. “Als onderwijsinstelling verander je nu eenmaal minder snel van koers dan een bedrijf, al was het maar omdat wij niet over de middelen beschikken om te investeren in dure machines. Het Koning Willem I College benut de input vanuit de stuurgroep dan ook vooral om te kijken waar het onderwijscurriculum kan en moeten worden aangepast; wat dat betreft is de input van deze vier bedrijven voor ons heel waardevol. Ook hebben we het binnen deze stuurgroep ook over zaken als stages. Wanneer laat je leerlingen voor het eerst kennismaken met de praktijk van het bedrijfsleven? Misschien moeten we daar veel vroeger mee beginnen. Van oudsher heeft de metaalindustrie geen al te best imago: het zou gaan om vies, zwaar werk. Dat is allang niet meer zo: bij moderne metaalbedrijven kun je bij wijze van spreken van de vloer eten. Door leerlingen al eerder kennis te laten maken met bedrijven uit de regio, worden ze vanzelf enthousiast en voorkom je dat ze voortijdig uitvallen.”
Op de radar
Tegelijkertijd zijn stages volgens Versteeg ook bij uitstek geschikt om als bedrijf eerder op de radar te komen bij leerlingen. “Er is een grote vraag naar technisch talent, zeker nu de maakindustrie vanuit lagelonenlanden weer steeds vaker terugkeert naar Nederland. Stages zijn voor ons een prima middel om al in een vroeg stadium in contact te komen met talentvolle en enthousiaste leerlingen. Om de uitwisseling tussen onderwijs en bedrijfsleven te intensiveren, zou je verder bijvoorbeeld ook kunnen denken aan excursies van leerlingen én docenten aan omliggende metaalbedrijven, kennismaken met nieuwe technieken/machines waarin bedrijven investeren of aan gastdocentschappen. Ook over dit soort initiatieven denken we binnen de stuurgroep na.”
Uitwisseling
Inmiddels zijn de opleiding en de vier bedrijven zo’n half jaar met elkaar in gesprek over deze en andere zaken die de band tussen onderwijs en bedrijfsleven kunnen versterken. En dat bevalt goed, benadrukt Van Uden. “We hebben elkaar nodig. Goed om te zien dat die uitwisseling nu concreet handen en voeten krijgt.”
Auteur: Joost Peters
Meer informatie over Koning Willem I College:
Bekijk het complete profiel