Helmondse Automotive Campus biedt volop ruimte voor groei
- 14 aug., 2017
- Automotive
- Bron: Brainport
De grote overzichtsfoto van het Helmondse Automotive Campus terrein hangt niet alleen ter decoratie in het kantoor van directeur Lex Boon.
Het is vooral een dagelijkse herinnering aan de belangrijkste doelstelling waar Boon sinds zijn aanstelling op 1 april de schouders onder zet: “Heel plat gezegd; dit terrein moet helemaal vol”, waarbij hij wijst naar de grote grijze blokken waar nog ruimte is voor een flink aantal bedrijven. Uiteindelijk moet die groei zorgen voor meer werkgelegenheid en de creatie van een bijzondere trekpleister voor de automotive – en mobiliteitsbranche. Want die twee gebieden komen steeds meer met elkaar overeen, leert de ervaring. Dat maakt de toekomst van onze huidige vervoersmiddelen heel ongewis, aldus Boon en zijn marketing collega Inez van Poppel. “Sommigen spreken over een iPad op wielen, maar volgens ons wordt het meer dan dat.”
Campus organisatie
Nu hij de eerste honderd dagen achter de rug heeft, kan directeur Lex Boon voorzichtig een eerste balans opmaken. En daarmee de richting bepalen waarin de Automotive Campus zich moet bewegen. Maar hij begint met een korte terugblik: “Helmond kent een lange historie binnen de automotive ontwikkeling. Daarvan is uiteindelijk met name het onderdeel engineering op dit terrein achtergebleven. Later kwamen daar nog het testcentrum van TNO en de verkeerscentrale voor Zuidoost-Nederland van Rijkswaterstaat bij. Laatstgenoemde voegde er vervolgens nog een innovatiecentrum aan toe. Maar dat kwam niet overeen met de opmerkelijke ontwikkeling die de High Tech Campus in Eindhoven doormaakte, terwijl de automotive industrie wel degelijk groeide. Bovendien hebben we hier de A270 testweg vol camera’s, dat is toch vrij uniek in Europa”, licht Boon toe. “Daarom hebben de vier grootste betrokken partijen - de provincie, gemeente Helmond, Hurks Vastgoed en bouwbedrijf Van de Ven - een consultant laten onderzoeken wat er anders moest en daaruit kwam de aanbeveling dat er een campus organisatie ontbrak. Een team dat een duidelijke propositie en visie formuleert en de noodzakelijke acquisitie op zich neemt. Focus dus. Zodoende zijn Inez en ik sinds 1 april aangesteld en ons team moet uiteindelijk uitbreiden naar vier tot zes mensen.”
Speerpunten
Vier speerpunten zijn inmiddels bepaald, vervolgt Boon: “Om te beginnen met Smart Mobility. We willen een belangrijke testomgeving zijn voor connected cars en autonoom rijden. Daarvoor moeten we de juiste bedrijven aantrekken en de juiste faciliteiten creëren. Bovendien kunnen we daarmee ook een lijntje trekken naar andere leidende, complementaire bedrijven en instellingen in de regio zoals TomTom, NXP, de TU/e en TNO.” Als tweede speerpunt noemt hij Green Mobility. “Daarmee bedoel ik vooral elektrificatie, dus alternatieve brandstoffen, waarbij wij focussen op heavy duty voertuigen.” Een logische keuze met bedrijven als VDL en DAF in de buurt, zo verklaart hij. “De elektrische bussen van VDL die nu in Eindhoven rijden, komen hier vandaan.” Waar Van Poppel aan toevoegt dat de campus ‘echt een state of the art rolling road test’ ter beschikking heeft. “Daarop kunnen fabrikanten zware voertuigen testen op alle mogelijke wegdekken. Dat is bijna nergens anders in Europa mogelijk.” Speerpunt nummer drie is de ontwikkeling van onderwijs op de Automotive Campus. ‘Een doorlopende leerlijn’, zoals Van Poppel het omschrijft. “Fontys Hogeschool Automotive is al op de campus gevestigd en binnenkort verhuist Summa College zijn automotive opleiding ook hier naartoe”, vult Boon aan. “En een aantal studententeams van de TU/e werken hier aan innovaties, zoals Team FAST en hun bus op mierenzuur en de elektrische raceauto van InMotion.”
Triple Helix
Volgens hem is een vestiging op de Automotive Campus straks extra interessant voor onderwijsinstellingen als er meer bedrijven bijkomen en die partijen makkelijker met elkaar in contact kunnen komen. “Dan kunnen we de Triple Helix constructie nog beter vormgeven hier, want we hebben alle drie de o’s (ondernemers, overheid en onderwijs, red.) in huis. Dat is ook onze onderscheidende meerwaarde ten opzichte van andere campussen.” Om daarnaast zo aantrekkelijk en interessant mogelijk te zijn voor nieuwe aanwas, is speerpunt vier van toepassing: een gunstig vestigingsklimaat. “Daarvoor zijn een paar basisprincipes onmisbaar”, verduidelijkt Boon. “Uitstraling, goede faciliteiten, leefcultuur en bereikbaarheid. Voor dat laatstgenoemde is bijvoorbeeld een snelle busverbinding tussen Eindhoven en Helmond heel belangrijk. In feite zijn deze basisprincipes het makkelijkst te realiseren, ze kosten alleen geld.” Al met al ligt er dus een hele uitdaging voor de – niet meer zo kersverse – directeur, maar hij is zeker positief gestemd. “Ik was echt verrast om te merken hoeveel aandacht de Automotive Campus krijgt vanuit overheden en andere organisaties zoals de stichting Brainport, BOM, de provincie en het ministerie van EZ. Maar ook vanuit het buitenland wordt er met interesse naar ons gekeken, dat is mooi. We zijn niet zo groot als soortgelijke automotive gebieden in Duitsland en Italië, maar we hebben wel sterke spelers als TomTom en NXP. En we lopen echt voorop op het gebied van elektrisch rijden, met de VDL-bussen staan we zelfs aan de top.”
Voorsprong regio
Bovendien biedt de ligging in Brainport Eindhoven extra mogelijkheden en aanzien, beamen zowel Boon als Van Poppel. “Hier zijn bedrijven erg goed in systeemdenken en dat is een groot voordeel voor de automotive branche die steeds meer vergroeit met mobiliteit. Een andere belangrijke ontwikkeling in ons gebied is datacommunicatie, waar de regio ook een behoorlijke voorspong mee heeft, juist dankzij het aanwezige talent voor koppeling van systemen. Dus het feit dat de campus onderdeel is van Brainport Eindhoven is erg handig. De hier heersende multidisciplinaire aanpak heeft bovendien een aanzuigende werking op partijen die daar zelf ook voor open staan, of zorgt er juist voor dat ze er oog voor krijgen. Bijvoorbeeld de verkeerscentrale; dat was aanvankelijk een heel gesloten organisatie, maar dankzij kennismaking met de regio hebben ze besloten om er een innovatiecentrum bij te vestigen.”
Huntlist
De toekomst van de Automotive Campus is nu nog moeilijk te voorspellen, niet alleen vanwege de beoogde komst van allerlei nieuwe bedrijven maar zeker ook vanwege de snelle en brede ontwikkelingen in de branche. “Er zijn een aantal ontwikkelingen gaande die de productie wezenlijk veranderen”, aldus Boon. “De urbanisatie en het daaraan gekoppelde verminderde belang dat jongeren hechten aan een eigen auto, bijvoorbeeld. Of het feit dat steeds meer fabrikanten aangeven geen fossiele brandstoffen meer te gebruiken. Daarmee ligt er ook een uitdaging voor het vrachtverkeer op het gebied van elektrificatie en krachtige batterijen die daarvoor nodig zijn. Bovendien worden voertuigen steeds geavanceerder met software die steeds meer communicatie en autonomie mogelijk maakt.” Momenteel werken Boon en Van Poppel hard aan een zogeheten huntlist van bedrijven die een rol spelen binnen al die ontwikkelingen en dus zouden passen op de Automotive Campus. “Daarmee willen we in ieder geval binnen vijf jaar de werkgelegenheid verdubbelen”, besluit Boon stellig. Hij wijst nog een keer naar de overzichtsfoto in zijn kantoor: “Die plaat is leidend bij elke beslissing die we nemen. Alles wat we doen, moet bijdragen aan het vullen van de nog beschikbare ruimtes.”
Meer informatie over AUTOMOTIVE CAMPUS:
Bekijk het complete bedrijfsprofiel
Meer informatie over Brainport Eindhoven:
Bekijk het complete instantieprofiel
Volg RegioinBedrijf op LinkedIn en blijf op de hoogte van regionale ontwikkelingen!