ROC West-Brabant draagt onderzoeksrapport vastgoedtransacties over aan OM

Het forensisch accountantsonderzoek dat ROC West-Brabant heeft laten uitvoeren naar mogelijke benadeling door voormalig bestuursvoorzitter P. Peeters, is afgerond.

Uit het onderzoek blijkt dat in de bestuursperiode van de heer Peeters bij een aantal onroerend goed transacties sprake is van bijzonderheden. Het onderzoeksrapport wordt overgedragen aan het Openbaar Ministerie.

Naar aanleiding van de aanhouding eind mei jl., van de voormalige voorzitter van het ROC West-Brabant de heer Peeters in de fraudekwestie rond woningcorporatie Laurentius, heeft het ROC opdracht gegeven voor een forensisch onderzoek door externe deskundigen van PWC. Het onderzoek richtte zich op vastgoedtransacties tijdens de bestuursperiode van de heer Peeters tot 2005. In zijn bestuursperiode bij ROC West-Brabant van 1998 tot november 2005 beheerde de heer Peeters de vastgoedportefeuille.

In oktober jl. heeft de Raad van Bestuur aangifte gedaan tegen de heer Peeters naar aanleiding van een melding van de IOD (Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport) dat het ROC West-Brabant voor € 500.000 benadeeld zou zijn bij de afwikkeling van vastgoedafspraken met de gemeente Tholen. Deze zaak is nog in behandeling bij het OM.

Het forensisch accountantsonderzoek, dat onlangs is afgerond roept de vraag op of de heer Peeters in het belang van ROC West-Brabant heeft gehandeld bij enkele van vóór 2005 daterende vastgoedtransacties (vóór de fusie tussen ROC West-Brabant 'oud' en het Baronie College). Onzuiverheden bij de aankoop van het Trivium (2002-2003), het pand waar sindsdien onder meer het bestuurscentrum van het ROC West-Brabant is gevestigd,  zijn daarbij overigens niet vastgesteld. De bevindingen van het onderzoek berusten op interne en openbare bronnen, gedeeltelijke inzage in administraties en hoor en wederhoor van interne en externe betrokkenen (inclusief wederhoor door de heer Peeters zelf). De in het rapport geconstateerde bijzonderheden hebben onder andere te maken met:

• het niet volledig of onjuist informeren van de Raad van Toezicht over transacties
• waardestijgingen van onroerend goed na verkoop
• het niet melden van nevenactiviteiten binnen een eigen vastgoedbedrijf sinds 2002
• het in de rol van bestuurder zaken doen met partijen die tevens relaties zijn van het eigen vastgoedbedrijf.

Verder ziet het er naar uit dat, als het gaat om de geconstateerde bijzonderheden, er binnen ROC West-Brabant sprake was van solitair optreden van de heer Peeters.

Overigens zijn ook alle vastgoedtransacties sinds het vertrek van de heer Peeters tot nu toe (eind 2005 tot 2012), onderzocht. Bij deze transacties na 2005, die dus alle dateren van na de fusie en die plaatsvonden onder de verantwoordelijkheid van de nieuwe besturen, zijn geen bijzonderheden aangetroffen.

Bij de start van dit onderzoek was het uitgangspunt voor ROC West-Brabant om aangaande de vastgoedtransacties alles boven tafel te krijgen. Met dit onafhankelijk onderzoek door een forensisch accountant zijn alle onderzoeksmogelijkheden nu uitgeput. Het volledige rapport is door ROC West-Brabant overgedragen aan het OM. Gezien het lopende onderzoek van het OM en de daarmee gemoeide belangen zal het ROC West-Brabant zich onthouden van het verstrekken van nadere informatie over het onderzoeksrapport. Ook zullen wij gelet op de nodige zorgvuldigheid niet vooruitlopen op de eventuele conclusies en consequenties.