Het bouwen van pantservoertuigen en auto's is niet hetzelfde

DDVS uit Helmond is geen alledaags bedrijf. Gecertificeerd lassen, onderhoud en assemblage van defensievoertuigen: het is een vak apart. Wij spraken met Managing Director Peter Buitenhuis.

Gecertificeerd lassen van pantserstaal. Zie het als de Champions League van de laswereld, vertelt Peter Buitenhuis. Als Managing Director van DDVS kan hij bouwen op de expertise van meer dan 50 gecertificeerde pantserstaallassers. “Zoveel werken er binnen Nederland in geen enkel ander bedrijf. Veel lassers komen hier binnen met het NIL-3 of NIL-4 diploma al op zak. Daarna leiden wij ze intern op tot pantserstaallasser.

Het werk wat we doen is echter meer dan lassen. We werken aan spannende producten met meer dan 140 medewerkers. Veelal specialistische medewerkers waar we één voor één trots op zijn.”

Thuis in assemblage en onderhoud

DDVS staat voor Dutch Defense Vehicle Systems. Het bedrijf is volledig thuis in het onderhoud en de assemblage van defensievoertuigen en zorgt bovendien voor het meten en testen van technische producten. DDVS is een 100% dochter van het Duitse Krauss-Maffei Wegmann (KMW) en gevestigd in Helmond. In het hart van de automotive sector, al is dat volgens Buitenhuis geen bewuste keuze. “Het bouwen van pantservoertuigen is heel wat anders dan het bouwen van auto’s.”

Gecertificeerd lassen voor veel branches

DDVS heeft momenteel de Nederlandse en Duitse defensie als grootste afnemer, al kijkt Buitenhuis graag verder. “Gecertificeerd lassen van zware constructies beperkt zich niet tot militaire voertuigen. Denk bijvoorbeeld aan kermisattracties. Of aan de zware industrie, waar constructies onder hoge druk staan. We kunnen voor veel branches iets betekenen. Op het gebied van assemblage en onderhoud, maar ook als het gaat om meten en testen.”

Buitenhuis is zich goed bewust van de positie van DDVS. Een specifieke opdrachtgever als defensie vraagt om expertise – en die heeft DDVS volop. Tegelijkertijd spelen ook de krimpende budgetten voor Europese defensieorganisaties een rol. Het maakt DDVS kwetsbaar, weet Buitenhuis. “We kunnen voorlopig goed vooruit. Maar waar we over 5 jaar staan? Dat is moeilijk te zeggen. Dat hangt af van een grote vervolgopdracht. Die komt eraan, dat weet ik zeker. Maar wanneer? Voor welk voertuig, hoeveel en voor welk land? Timing is voor ons echt een cruciale factor.”

Droomklus in Engeland

Buitenhuis geeft sinds november 2010 leiding aan de organisatie van DDVS. Dat moedermaatschappij KMW juist bij hem uitkwam is geen toeval. Voordat Buitenhuis bij DDVS aan de slag ging, was hij onder meer 20 jaar actief bij Polynorm, toeleverancier voor autofabrikanten. Buitenhuis vervulde er meerdere functies, vooral op het gebied van operations en engineering. Het bracht hem naast Duitsland ook in Engeland, waar hij aan de slag ging voor Jaguar. “Een droomklus”, vertelt Buitenhuis. “Ik werkte op het terrein van Jaguar, in Castle Bromwich vlakbij Birmingham. Ik moest er een fabriek opzetten en runnen, bedoeld voor de productie van al het plaatwerk voor de Jaguar XJ. En dat zó dicht bij het vuur, zó dicht bij de kern van zo’n aansprekend automerk. Ik zie die opdracht toch wel als mijn grootste zakelijke succes tot op heden.”

Kennis benutten voor de toekomst

Na zijn lange carrière bij Polynorm werkte Buitenhuis als technisch en commercieel directeur bij een ander bedrijf in de metaalindustrie. Gevolgd door een jaar als zelfstandig consultant, waarna KMW bij hem aanklopte voor de functie van managing director bij DDVS. Een baan waarin Buitenhuis zijn ervaring volop kwijt kan. En waarin hij alle ruimte heeft om zijn kennis te benutten voor de toekomst van DDVS.

Buitenhuis ziet zichzelf niet als ondernemer in de pure zin van het woord. Avonturieren is aan hem niet besteed. Het is zijn taak om als leidinggevende ervoor te zorgen dat de onderneming, de organisatie en de mensen hun werk goed kunnen doen. Blijven presteren en continu verbeteren binnen het huidige programma binnen DDVS, werken aan mogelijk nieuwe opdrachten, kansen pakken: dáár ligt zijn focus. 

Uw functie hangt onlosmakelijk samen met het nemen van belangrijke beslissingen. Is er in dat opzicht iemand die u inspireert? En waarom?

“Dat niet zozeer. Al heb ik wel bewondering voor sommige ondernemers. Ik denk bijvoorbeeld aan Wim van der Leegte van de VDL Groep. Een aantal van zijn bedrijven is toeleverancier van ons. Ik ken Wim van der Leegte niet persoonlijk, al ben ik onder de indruk van zijn uitstraling en zijn beslissingen. Neem bijvoorbeeld de aankoop van Nedcar – dat is toch een gewaagde stap. Ook deel ik zijn visie op de Nederlandse maakindustrie, waar meer arbeidsflexibiliteit nodig is en ik deel zijn mening over de scheve handelsverhoudingen tussen Europa en bijv. China. Daarnaast heb ik echter minstens zoveel bewondering of respect voor kleine ondernemers. Of het nu gaat om een meubelmaker of poelier. De buitenwereld onderschat nogal eens wat kleine ondernemers zelf allemaal moeten doen en wat zij voor hun kiezen krijgen in de huidige economische omstandigheden.”

Bent u een actief netwerker?

“DDVS is lid van de Vereniging Industrieel Contact Helmond, al moet ik bekennen dat ik binnen dat netwerk niet heel actief ben. Dat geldt wel voor het zakelijk netwerken binnen defensie. Zo neem ik o.a. deel aan het Land Maintenance Initiative, dat in de kern bestaat uit vijf industriepartijen en de Koninklijke Landmacht. Samen streven we ernaar om de inzetbaarheid van de voertuigen te verhogen en onze samenwerking te verbeteren en te verdiepen. Erg waardevol.”

Welke boodschap wilt u ondernemers meegeven?

“Dan kom ik toch op een boodschap van Winston Churchill: ‘Een pessimist ziet in elke kans de moeilijkheden. Een optimist in elke moeilijkheid de kansen’. Oftewel, voor een pessimist is het glas half leeg, voor de optimist is hetzelfde glas half vol. Je moet je echter afvragen of het glas wel de juiste maat heeft. Is er niet genoeg om het glas te vullen, dan moet je het glas aanpassen. Met alleen optimisme red je het niet. Pas je daarom op tijd aan aan de (veranderende) omstandigheden. Darwin: ‘Het zijn niet de sterkste of de slimste die overleven, maar diegenen die zich het beste kunnen aanpassen’.”