West-Brabants luchtvaartcluster wil met composieten (inter)nationale voorloper zijn
- 26 apr., 2016
- Maintenance
In West-Brabant slaan bedrijven, kennisinstellingen en overheden de handen ineen in het Development Center for Maintenance of Composites (DCMC). Het doel: de regio nationaal en internationaal op de kaart zetten als expertisecentrum voor composietenonderhoud en -reparatie.
Ook wordt er inmiddels (met het oog op versnelde innovatie) een fieldlab opgezet, dat moet leiden tot hoogwaardige nieuwe onderhoudsmethodieken.
Steeds meer vliegtuigbouwers in de civiele en militaire luchtvaart ontdekken de voordelen van composieten: samengestelde kunststoffen die enorm licht én sterk zijn en bovendien – omdat ze niet roesten – relatief weinig onderhoud vergen. Die combinatie zorgt in potentie voor aanzienlijke besparingen op brandstof, materiaal en daarmee op kosten.
Weinig kennis
Een veelbelovend materiaal kortom. Tegelijkertijd is er wereldwijd nog maar weinig kennis voorhanden als het gaat om het onderhoud en de reparatie van composieten, vertelt Wim Blinkhof, directeur van de Aircraft Maintenance & Training School (AM&TS) in Hoogerheide. “Over de gehele linie neemt de behoefte aan goed opgeleide, technisch onderlegde medewerkers voor vliegtuigonderhoud toe. De AM&TS biedt opleidingen op allerlei niveaus. Zo bieden we opleidingen aan op MBO-niveau maar ook – als enige partij in Nederland – onderwijs, training en examinering volgens Europese EASA-147 regelgeving.”
Expertisecentrum
Wereldwijd richtten opleidingsinstituten als AM&TS zich nu nog grotendeels op conventionele materialen, vertelt Blinkhof. “Ondertussen groeit de behoefte aan composietspecialisten explosief. Daarom werken we binnen de regionale triple helix sinds kort samen met andere bedrijven, kennisinstellingen en overheden in het Development Center for Maintenance of Composites, kortweg het DCMC.
Het DCMC is op 20 november 2015 opgericht door de initiatiefnemers Fokker Services, NLR, Airborne Services en de TU-Delft met als doel de kennis op het gebied van composietonderhoud en -reparatie verder verdiepen en de aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk te verbeteren. Zo willen we ervoor zorgen dat de luchtvaartindustrie in de regio West-Brabant zijn leidende positie op het gebied van composieten kan behouden en uitbouwen.”
Proeftuin voor innovatie
Om de ontwikkeling van het DCMC verder te versnellen, is begin maart ook het project fieldlab ‘Composieten Onderhoud en Reparatie’ van start gegaan. Penvoerder van dit project (waaraan in totaal 15 partners deelnemen) is de West-Brabantse ontwikkelingsmaatschappij REWIN. Business Developer Stefan van Seters beaamt dat het onderhouden en repareren van composieten nog een grotendeels ontgonnen gebied is. “Beschadigde composietonderdelen worden nu vaak simpelweg vervangen, maar dat is op de lange termijn natuurlijk een weinig duurzame aanpak. Wat het lastig maakt, is dat schade aan composieten vaak moeilijk waarneembaar is; conventionele inspectiemethodes voldoen vaak niet. Een van onze doelen van het fieldlab is dan ook om hoogwaardige inspectiemethodes voor composieten te ontwikkelen. Daarnaast onderzoeken we in hoeverre robots kunnen worden ingezet voor inspectie en reparatie. De productie van vliegtuigen is in grote mate geautomatiseerd, maar het onderhoud en de reparatie ervan zijn nog vooral mensenwerk. Wij denken dat, juist bij de relatief dunne en kwetsbare composieten, de inzet van uiterst nauwkeurige robots nuttig kan zijn”
Wereldwijde voorhoede
Uiteindelijk moet het fieldlab hoogwaardige onderhoudsmethodes opleveren die ook naar het buitenland en naar andere sectoren kunnen worden vertaald. Van Seters: “Ook in de automotive-industrie en de scheepvaart is er een enorme behoefte aan kennis op dit vlak. Het zou mooi zijn als we vanuit West-Brabant een mooie propositie kunnen ontwikkelen.” Tot nu toe bevindt Nederland zich in de wereldwijde voorhoede als het gaat om kennis op composietengebied, vult Blinkhof aan. “Met de kennis die we opdoen binnen het DCMC en het daaruit voortvloeiende fieldlab, willen we die positie vasthouden en verder uitbouwen. Zodat West-Brabant – met in het middelpunt de Aviolanda- luchtvaartcampus in Woensdrecht – de komende jaren uitgroeit tot hét internationaal maintenancecentrum voor de luchtvaart in Europa. Want dat die markt de komende jaren flink gaat groeien, daar is iedereen het over eens.”
Auteur: Joost Peters
Meer informatie over Aircraft Maintenance & Training School (AM&TS):
Bekijk het complete profiel
Volg RegioinBedrijf op LinkedIn en blijf op de hoogte van regionale ontwikkelingen!