Buitenlandse investeerders goed voor werkgelegenheid
- 16 mrt., 2010
- Arbeidsmarkt
- Bron: Ministerie van Economische Zaken
Ondanks de economische crisis zijn de buitenlandse investeringen in Nederland in 2009 verder toegenomen.
De totale investeringen hadden een waarde van 3.142 miljoen euro.
Zij leveren op termijn 2.870 nieuwe arbeidsplaatsen op.
Bij tien projecten was er tevens sprake van behoud van arbeidsplaatsen, te weten 1.017.
Hiermee komt het totaal aantal arbeidsplaatsen voor 2009 uit op 3.887.
Dat blijkt uit de jaarresultaten van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) die minister Van der Hoeven op 15 maart 2010 bekend heeft gemaakt.
Economische Zaken helpt via de NFIA buitenlandse bedrijven met het opzetten, implementeren en uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland.
Kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Turkije, Noord-Amerika, Azië en de Golfregio voorzien buitenlandse bedrijven van informatie, strategisch perspectief en praktische hulp bij het betreden van de Europese markt via Nederland.
Naast nieuwe investeerders ondersteunt de NFIA ook reeds gevestigde buitenlandse investeerders in Nederland, waarbij behoud van werkgelegenheid een belangrijke doelstelling is.
De NFIA ondersteunde in 2009 155 buitenlandse investeringsprojecten.
Ruim de helft daarvan is afkomstig uit Azië.
Noord-Amerika volgt met ruim 30 procent.
De investeringsprojecten uit de VS drukken een grote stempel op de resultaten: ruim 30 procent van het totale aantal projecten komt uit dit land, die gezamenlijk goed zijn voor bijna 25% van het totaal aantal arbeidsplaatsen.
Volgens Van der Hoeven blijkt uit de jaarcijfers van de NFIA het belang van het buitenland voor de Nederlandse economie.
"Eens te meer blijken handel en buitenlandse investeringen niet alleen de motor van onze economie, maar zelfs de weg uit de crisis te zijn.
Buitenlandse bedrijven en internationale handel dragen bij aan onze economische groei.
Ze zorgen voor 21 procent van de investeringen en zijn verantwoordelijk voor 22 procent van de investeringen in met name onderzoek en ontwikkeling.
Bovendien leveren ze 15 procent van alle werkgelegenheid," aldus Van der Hoeven.
"Het besef dat buitenlandse bedrijven goed zijn voor de economische dynamiek en concurrentiekracht van Nederland is de leidraad voor het werk van de NFIA.
En in de 21e eeuw voeren innovatie en duurzaamheid daarbij de boventoon."
Verkoop- en marketingkantoren en Europese distributiecentra zijn goed voor meer dan de helft van de projecten.
De informatietechnologiesector zorgde voor de meeste arbeidsplaatsen (619) en het hoogste aantal projecten (24).
De energiesector investeerde het meest in Nederland (bijna 2.700 miljoen euro).
Dit uitzonderlijk hoge investeringsbedrag is te verklaren door de realisatie van twee zeer kapitaalintensieve investeringsprojecten: een investering van 2 miljard euro door het Duitse energiebedrijf RWE in een kolencentrale in de Eemshaven en een investering van 670 miljoen euro door Neste Oil uit Finland in een productiefaciliteit voor biodiesel in Rotterdam.
Van der Hoeven wijst op het belang van een goed investeringsklimaat.
"Willen we buitenlandse bedrijven blijven aantrekken en behouden, dan zullen de randvoorwaarden op orde moeten zijn. Dus moeten we Nederland als vestigingsland nog scherper positioneren en ons ambitieniveau hoog houden. Binnen de NFIA gaat een nieuwe strategische acquisitie-unit zich daarom bezighouden met gerichte werving van zowel nieuwe investeringen als de reeds in Nederland gevestigde buitenlandse bedrijven. Het belangrijkste doel is hen te interesseren voor R&D-activiteiten in Nederland." De nieuwe unit werkt nauw samen met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en relevante instellingen en betrokkenen op het gebied van voeding en chemie.
Volgens de minister is de portefeuille van de NFIA in het eerste kwartaal van 2010 nog goed is gevuld met bijna 600 actieve projecten. Het overgrote deel daarvan is afkomstig uit de VS, op afstand gevolgd door China, Korea, India, Singapore en Japan. Wat sectoren betreft, staat informatietechnologie wederom bovenaan, gevolgd door de voedingsmiddelenindustrie, medische technologie en chemie. De kapitaalintensiteit is terug te vinden in energiegerelateerde projecten.