'Buitenlandse student moet iets toevoegen'

Hogescholen en universiteiten moeten niet hengelen naar studenten uit het buitenland als dat alleen is om te groeien. Internationalisering moet echt iets toevoegen. Dat zeggen directeuren bij Fontys naar aanleiding van de huidige discussie over buitenlandse studenten in het Nederlandse hoger onderwijs.

De instroom van buitenlandse studenten uit EU-landen kost de Nederlandse samenleving veel geld. Het Rijk legt voor EU-studenten immers een even groot bedrag bij als voor Nederlandse studenten. Studenten uit de rest van de wereld betalen zelf een hoger collegegeld. Er komen meer studenten vanuit de rest van de EU naar Nederland dan dat er Nederlandse studenten uitvliegen, dus per saldo schiet Nederland erbij in. Tegelijkertijd is het voor universiteiten en hogescholen financieel lonend om veel buitenlandse studenten te werven: door te groeien, groeit ook het deel dat zij uit de landelijke onderwijspot ontvangen.

Gesloten beurzen

Het financiële nadeel voor Nederland mag geen reden zijn om de buitenlandse instroom te beperken, vindt Ronald Philipsen, directeur van Fontys Hogeschool Marketing en Management. “We hebben nu eenmaal bepaald dat we studenten in de EU met gesloten beurzen uitwisselen. Zo willen we studenten stimuleren om gebruik te maken van faciliteiten in heel Europa. Dan past het niet om Europese studenten te weren. We kunnen wel Nederlandse studenten stimuleren om in het buitenland te studeren. En dat doen we ook steeds meer.”

Hoger doel

“Internationale studenten moeten wel een meerwaarde zijn”, zegt Bram ten Kate, directeur van Fontys International Business School in Venlo. “Internationale studenten trekken alleen om meer studenten te krijgen: dat vind ik geen goede ontwikkeling. Er moet een hoger doel zijn. Bij ons is een ‘international classroom’ van meerwaarde, omdat studenten vaak ook in een internationale werkomgeving komen. Alle grote bedrijven werken internationaal. Maar de meerwaarde van bijvoorbeeld een Engelstalige studie psychologie is mij niet goed duidelijk.”

Brainport

Bij Fontys Hogeschool ICT is ongeveer een kwart van de studenten buitenlands. Dat zit rond het streefpercentage dat de hogeschool tien jaar geleden vaststelde, zegt directeur Ad Vissers. “ICT is een internationaal beroep, onze studenten moeten straks met andere culturen kunnen samenwerken.” Vissers vindt verder dat de vraag naar arbeidskrachten in het werkveld bepalend is voor het aantal internationale studenten dat zijn studie zou mogen aantrekken. “Onze Brainport-regio smeekt om Engelstalige ICT’ers. Pas als de werkgelegenheid van alumni in gevaar komt, dan is de grens bereikt.”