'Concurrentiebeperking moet kunnen bij duurzaamheidsafspraken’

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) zou bij het toetsen van duurzaamheidsafspraken van bedrijven niet alleen moeten kijken naar de letter van de Mededingingswet, maar ook publieke belangen moeten meewegen.

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) zou bij het toetsen van duurzaamheidsafspraken van bedrijven niet alleen moeten kijken naar de letter van de Mededingingswet, maar ook publieke belangen moeten meewegen. Dat heeft de SER woensdag het ministerie van Economische Zaken geadviseerd. MKB-Nederland en VNO-NCW verwachten dat minister Kamp voortvarend met deze aanbevelingen aan de slag gaat. Voor betrokken bedrijven is het belangrijk om korte termijn duidelijkheid te krijgen over de ruimte voor gezamenlijke duurzaamheidsinitiatieven. 

Publieke belangen

Concurrentiebeperking, en dus samenwerkingsafspraken, kunnen nodig zijn om een legitiem doel te bereiken. Als wordt onderzocht of door een overeenkomst tussen bedrijven de mededinging kan worden beperkt – de eerste stap van toetsing aan de Mededingingswet – moet gekeken worden naar publieke belangen. Als er toch naar de vrijstellingsvoorwaarden wordt gekeken – de tweede stap van de toets – moet er niet alleen naar de Nederlandse samenleving worden gekeken, maar ook internationaal.

Experimenteerruimte

Daarnaast zou de ACM experimenteerruimte moeten creëren voor duurzaamheidsinitiatieven waarvan de effecten voor de maatschappelijke welvaart niet op het eerste gezicht duidelijk zijn. 'Aan het einde van de afgesproken periode kan men dan de balans opmaken en bekijken welke effecten de afspraken hadden op zowel concurrentie als op publieke belangen', stelt de SER.

Ruimte

Doel van de aanpassing is dat bedrijven meer ruimte krijgen voor het maken van duurzaamheidsafspraken. Daarnaast moeten de beleidsregels meer duidelijkheid geven over de beoordeling hiervan door de ACM. Het mededingingsrecht is moeilijk voor bedrijven te doorgronden. 'Concurrentie heeft een belangrijke functie in onze markteconomie. Tegelijkertijd moeten samenwerkingsverbanden die de maatschappelijke welvaart verhogen, niet onnodig belemmerd worden door de Mededingingswet. Soms weegt duurzaamheid namelijk zwaarder dan bijvoorbeeld het consumentennadeel', aldus de SER.