Investeringsklimaat in biobased EU: waar moet het beter?
- 7 aug., 2014
- Agrofood & Biobased
- Bron: TNO
De biobased economy kan oplossingen bieden voor maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering en grondstoffenschaarste.
Het is daarom cruciaal dat Nederland en de EU een aantrekkelijk klimaat hebben voor innovatieve bedrijven met 'biobased' ambities. In opdracht van het ministerie EZ voerde TNO een studie uit naar het investeringsklimaat voor biobased bedrijven waarin sterktes en zwaktes zijn geanalyseerd.
Welke factoren bepalen het investerings- en vestigingsklimaat voor biobased bedrijven in Nederland en andere landen? Hoe scoort Nederland op deze factoren? En hoe is dit voor enkele belangrijke andere landen, binnen en buiten Europa? Deze vragen staan centraal in deze studie. Om tot antwoorden te komen, is een twintigtal interviews afgenomen bij ondernemers, investeerders en koepelorganisaties. De focus ligt daarbij op bedrijven die zich onder meer richten op de productie van 'biochemicals'.
Onderscheid in type investering nodig
Het onderzoek laat zien dat investeringen in Research en Development om een ander investeringsklimaat vragen dan demonstratieprojecten of commercialisatie. Voor R&D activiteiten zien we dat subsidies, kennisinfrastructuur en de aanwezigheid van biobased clusterorganisaties van belang zijn. Kapitaal is mobiel en nauw verbonden met de mensen met relevante kennis of technologie.
Voor investeringen in grootschalige demonstratieprojecten geldt ook dat subsidies belangrijk zijn, maar nu in combinatie met toegang tot biomassa en 'stoom en stroom'. Voor het kiezen van een locatie wordt bovendien gekeken naar inpassing in een bestaande productie-omgeving. En voor commercialisatie worden, naast genoemde factoren, de aanwezigheid van biobased afzetmarkten en beschikbaarheid van arbeidsmarkten (zoals plant-operators) belangrijker.
Investeringsklimaat in Nederland en EU
Nederland en West Europa in het algemeen scoort relatief hoog op R&D-gerelateerde zaken. Ondernemers zijn bijvoorbeeld positief over bestaande regelgeving zoals subsidies, de kennisinfrastructuur (toegang tot de kennis van kennisinstellingen) en netwerkeffecten (zichtbaarheid en marketingkracht). Hier liggen op dit moment kansen. Problemen doen zich voor wanneer we kijken naar investeringen in demonstratie. Over het algemeen geldt dat we als Nederland en ook Europa, laag scoren op cruciaal bevonden factoren als fiscale regelgeving, feedstock (kosten en beschikbaarheid) en energie (kosten).
R&D leidt niet automatisch tot innovatie. Nederland en Europa zullen alle zeilen bij moeten zetten om genoemde punten te versterken om zo het investeringsklimaat voor toepassingen van biobased kennis te ondersteunen. Het onderzoeksresultaat is, samen met een aanvullende publicatie van het Duitse NOVA-instituut, in juni aangeboden aan de Tweede Kamer.
Meer informatie over TNO:
Bekijk het complete instantieprofiel