Nederland moet meer doen met handelsinstinct

De grenzen tussen sectoren vervagen, dus focus op topsectoren wordt minder relevant. In plaats daarvan zouden we moeten investeren in specifieke functies.

“Focus op hoogwaardige productontwikkeling is te eenzijdig. Ik mis een verbinding met onze oorspronkelijke kracht: de handel”, stelde prof. dr. Frank den Butter van de VU Amsterdam tijdens de eindejaarsbijeenkomst van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij op 15 december in de Tilburgse Schouwburg.

Brabant wil in 2020 tot de top vijf van Europese kennis- en innovatieregio’s horen. Maar het huidige topsectorenbeleid is volgens Den Butter niet per se de beste manier om onze concurrentiepositie te versterken. “Wij zijn de inkoper van Europa, we voeren in uit Azië en Amerika, en verkopen aan Europa, en vooral Duitsland”, lichtte hij toe. “Onze toekomst ligt in het creëren van een vertrouwenspositie op dat vlak. Dat deden we in de Gouden Eeuw al, bijvoorbeeld toen de staalmeesters een keurmerk voor de kwaliteit van laken invoerden. Wie de meeste kennis heeft van een product en voorop loopt in het verlagen van de transactiekosten, verwerft vanzelf een voorkeurspositie. We moeten dus op zoek naar waardevolle verbindingen tussen de handel en andere sectoren. In het geval van Brabant zal dat vooral in techniek, logistiek, of chemie zijn.”

Commercialisering is struikelblok
Een bedrijf dat zijn handel een aantal jaar terug in rap tempo zag verdampen, is FUJIFILM. Peter Struik, CEO voor FUJIFILM Europa vertelde de ruim vijfhonderd gasten van de BOM over het transitieproces dat de Tilburgse fabriek doormaakte na de introductie van de digitale camera. “Filmrolletjes moesten altijd hetzelfde zijn, verandering of vernieuwing werd destijds juist ontmoedigd. De omslag die wij moesten maken, was groot.” Het grootste struikelblok in het innovatieproces dat volgde, lag volgens hem in de commercialisering van nieuwe ideeën. “Het dichten van het gat tussen r&d en verkoop is het moeilijkst.” Van de overheid verwacht Struik boven alles consistentie in beleid. “Als ondernemer wil ik weten waar ik aan toe ben, ik irriteer me aan regelingen die voortdurend veranderen. Geef ons daarnaast vertrouwen. Innovatie loopt per definitie voor op wetgeving, koester de drive om te vernieuwen in plaats van die te remmen door te willen reguleren.”

LSP
Directeur Jan Pelle wil met de BOM blijven investeren in het leggen van verbindingen op allerlei fronten. “Ik wil op een ondernemende manier ook maatschappelijke problemen aanpakken. Het Life Sciences Park in Oss is daarvan een uitstekend voorbeeld. Wat een enorme klap voor de kenniseconomie had kunnen zijn, is door de hele community opgepakt als een nieuwe kans. ”