Nieuwe warmteconcepten bieden kansen voor de warmtetransitie

Uit onderzoek in opdracht van TKI Urban Energy en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland blijkt dat twee nieuwe warmteconcepten bijdragen aan de warmtetransitie in Nederland.

Lagetemperatuuraardwarmte (LTA) en het Mijnwater-concept (MW) zijn twee innovatieve en relatief onbekende verwarmingsconcepten die potentieel een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de warmtetransitie in Nederland. Beiden gebruiken warmtenetten op lage temperatuur en oogsten warmte uit de ondergrond of de wijk zelf. Bij het Mijnwater-concept wordt daarbij gewerkt met een smart thermal grid met ondergrondse buffering.

Belemmeringen en kansen

De kennis over deze twee innovaties is nog beperkt. De concepten worden op dit moment elk op één locatie door één partij uitgevoerd. Dat heeft geleid tot de vraag of deze ook elders in Nederland ontwikkeld kunnen worden. Het onderzoek geeft daarvoor inzicht in de eigenschappen, belemmeringen en kansen van deze lagetemperatuuropties in Nederland. Ook bevat het een potentieel-schatting van de (aanzienlijke) mogelijkheden die de opties afzonderlijk te bieden hebben.

Toepasbaarheid in Nederland

Lagetemperatuuraardwarmte blijkt volgens het onderzoek op heel veel plekken in Nederland mogelijk, ook daar waar reguliere geothermie (nog) geen optie is. Ook het Mijnwater-concept is op veel plekken in Nederland mogelijk. De buffering kan zowel bovengronds als ondergronds gerealiseerd worden, waarbij een mijn niet noodzakelijk is. Een smart thermal grid zoals Mijnwater maakt slim gebruik van de vraag naar warmte én koude en stemt aanbod en vraag op pand en gebiedsniveau nauw af. Zij kan daarbij anticiperen op weers- en vraagprofielen. De concepten kunnen afzonderlijk en in combinatie met elkaar worden toegepast. Bovendien kunnen beide concepten op een kleinschaliger niveau worden geïmplementeerd, dan gangbaar is bij hogetemperatuurwarmtenetten (HT-netten).

Aardgasvrij

Deze concepten en hun onderdelen hebben de potentie de volgende stap te vormen in het verduurzamen van de huidige HT-warmtenetten en in het aardgasvrij maken van de stedelijke omgeving.