Provincie en Regio West-Brabant bereiken akkoord over bedrijventerreinen

Het evenwicht tussen vraag en aanbod herstellen. Dat is wat de regio West-Brabant en de provincie Noord-Brabant beogen met de nieuwe bedrijventerreinafspraken die zij hebben gemaakt.

Met de nieuwe bedrijventerreinafspraken willen de regio West-Brabant en provincie Noord-Brabant de komende tien jaar onder meer beter kunnen inspelen op enerzijds de toenemende vraag naar vestigingsplekken voor grootschalige logistiek, en anderzijds de afgenomen behoefte aan ruimte voor MKB-bedrijvigheid in de regio.

Regionale werkgelegenheid

De ruim 225 bedrijventerreinen die de regio telt zijn samen goed voor 40% van de regionale werkgelegenheid en 11 miljard euro aan omzet. De regio West-Brabant heeft een aanzienlijk overaanbod aan bedrijventerreinen. Dit overaanbod betreft vooral terreinen voor reguliere lokaal gebonden MKB-bedrijvigheid. Hiervoor is geen uitbreidingsvraag te verwachten, maar moet wel rekening worden gehouden met vervangingsvraag, omdat panden bijvoorbeeld verouderen en/of op verkeerde locaties liggen.

Logistieke kavels

Daar tegenover staat de grote vraag naar zeer grootschalige logistieke kavels (groter dan 5 ha), waarvoor bijna geen geschikte locaties meer zijn in de regio West-Brabant. “Het bedrijventerreinaanbod moet met deze veranderingen meebewegen,” vindt wethouder Jean-Pierre Schouw. Hij is binnen de regio bestuurlijk aanspreekpunt voor het project. “Met dit afsprakenkader kunnen we samen, gemeenten en provincie, verder werken aan een gezonde markt voor bedrijventerreinen.”

Van aanbodgericht naar vraaggerichte bedrijventerreinplanning

Een belangrijk onderdeel van de regionale bedrijventerreinafspraken is een (geleidelijke) omslag van een aanbodgerichte naar een meer vraaggerichte wijze van bedrijventerreinplanning. Dat betekent dat nieuwe terreinen pas in ontwikkeling worden gebracht als er een concrete vraag van een bedrijf is, die niet op een bestaand bedrijventerrein past. Om de omslag te maken wordt in eerste instantie het aanbod teruggebracht naar maximaal 100% van de verwachte vraag. Bij voorkeur wordt er minder aanbod ontwikkeld dan dat er vraag wordt verwacht, met een maximum van 70 tot 90% van de vraag. Dat geeft de mogelijkheid om flexibel in te kunnen spelen op veranderende economische omstandigheden en concrete vragen uit de markt.

Grootschalige logistiek

In de zeer grootschalige logistiek verwacht de regio tot 2026 een groei van 150 hectare. Logistiek Park Moerdijk (LPM) is daarvoor, met 142 hectare, de belangrijkste opvanglocatie. Tot het moment waarop LPM op de markt komt, bieden de terreinen Noordland en Borchwerf II soelaas. West-Brabant werd onlangs nog uitgeroepen tot dé logistieke hotspot in Nederland.

Kantorenconvenant

Ook maakten de regio en de provincie afspraken over kantoorlocaties. Vanwege het overaanbod aan kantoorlocaties en de afnemende vraag, streven de gemeenten in West-Brabant ernaar het aantal kantoormeters terug te dringen en terughoudend te zijn bij plannen voor nieuwe kantoorruimten.