Recordaantal van ruim 3000 boeren werkt aan waterbesparing
- 25 mrt., 2021
- Agrofood & Biobased
- Bron: ZLTO
ZLTO roept de waterschappen op om boeren toe te staan hun graslanden te blijven beregenen. Op 1 april hakken de waterschappen hierover een knoop door. Boeren hebben aangetoond dat zij een wezenlijke bijdrage leveren aan het vasthouden van water en daarmee aan een vitale en rijke bodem.
Boeren en waterbeheerders zijn een twee-eenheid: boeren hebben water nodig om hun gewassen optimaal te telen. Tegelijkertijd hebben zij de gronden in bezit om het overgrote deel van het water- en bodembeheer uit te voeren.
Aangejaagd door een veranderend klimaat met periodes van heftige regenval en extreme droogte werken Brabantse boeren al vele jaren aan een goede waterbeschikbaarheid. Eigen- en maatschappelijk belang gaan daarbij hand in hand. Het aanvullen van de grondwaterstand is een onderdeel van hun aanpak. Het bereik van de boerenwaterprojecten neemt al jaren toe, tot het recordniveau van 3077 deelnemers en 7179 genomen maatregelen in 2020. De ambitie voor 2021 ligt nog een aanzienlijk stuk hoger. Een investering en inspanning die erkenning verdient in het voortzetten van de mogelijkheid van beregening op grasland, ook na 1 april. Die oproep doen Brabantse boeren daarom met klem aan de Brabantse waterschappen.
Boeren verdienen beregeningsruimte
Samen de koek vergroten helpt meer dan ruzie maken over het verdelen van de kruimels luidt de watervisie van ZLTO. Zorgvuldig gebruik voor het maken van voedsel en sierteelt is hoogwaardig gebruik van water dat het belang van de samenleving dient. ZLTO-bestuurder Water, Adrie Bossers verwoordt het als volgt: "Net zoals alle andere mensen hebben boeren behoefte aan handelingsperspectief, vastigheid. Qua beregenen willen zij beloond worden voor hun positieve inzet voor het langer vasthouden van water en waterbesparing."
Knokken voor waterbeschikbaarheid
Vanuit hun oorsprong zijn boeren belangrijke waterbeheerders. Uitgedrukt in kilometers watergang beheren boeren meer dan tien keer zoveel als de Brabantse waterschappen. Daarnaast investeren ze in maatregelen zoals het vasthouden van water in de sloten, het opvangen van dakwater, het verbeteren van het watervasthoudend vermogen van de bodem en aanleggen van slimme irrigatie. Al deze maatregelen worden genomen in samenwerking met de waterschappen, om in de winter maximaal water vast te houden worden de slootpeilen met stuwen zo hoog mogelijk gezet. Zo wordt de afvoer minimaal. De 210 mm water die afgelopen winter (oktober t/m februari) is gevallen telt op 300.000 hectare landbouwgrond dan op tot 630 miljoen m3. Na correctie voor het verlies van regenwater via stedelijk gebied en de beperkte afstroom van landbouwgrond (ruime schatting van de ZLTO-waterexperts: 25%) houden we nog ruim 480 miljoen m3 regenwater over dat deze winter aan het watersysteem is toegevoegd.
Waterbehoefte van de landbouw
Alle maatregelen die boeren nemen zijn gericht op meer water vasthouden en minder water gebruiken. Boeren staan vooraan bij deze uitdagingen, omdat zij het water nodig hebben voor hun primaire productie: optimaal groeiende gewassen. In de extreem droge vorige jaren was de beregeningsbehoefte ongeveer 100 miljoen m3. Inzet van ZLTO is dat beregening toegestaan blijft, terwijl de behoefte hieraan wél afneemt. Die behoefte neemt af als er voldoende water beschikbaar is in de bodem. Daar werkt ZLTO samen met haar leden iedere dag aan, door een heel scala aan maatregelen te nemen. Vaak gebeurt dat in vruchtbare samenwerking met de waterschappen; soms ook met waterleidingbedrijven of natuurorganisaties.
Meer informatie over ZLTO:
Bekijk het complete instantieprofiel