Scholen en bedrijven vinden elkaar beter voor techniekonderwijs
- 18 sep., 2015
- Onderwijs & Training
- Bron: Platform Beta Techniek
Met het programma Toptechniek in bedrijf werken beroepsonderwijs, voortgezet onderwijs, bedrijfsleven en overheid samen aan een aanpak die leidt tot meer en beter geschoolde technici op mbo-niveau. Het is belangrijk om deze regionale beweging voort te zetten.
“Het bedrijfsleven hier is goed georganiseerd. Er zijn een paar grote bedrijventerreinen die een manager hebben en een vereniging. Daar kunnen we onze ideeën op de agenda zetten”, vertelt Janke Westerhuis, projectleider van Toptechniek in Bedrijf voor de regio Haaglanden. In het programma Toptechniek in bedrijf werken onderwijs, bedrijfsleven en overheid samen met als doel voldoende technische vakkrachten op te leiden voor nu en in de toekomst. Toptechniek in bedrijf zet daarbij in op een regionale aanpak. Platform Bèta Techniek faciliteert bij de uitvoering van de regionale plannen.
Zorgcontainer
Westerhuis vindt het belangrijk dat de samenwerking tussen de scholen en de bedrijven een concrete invulling krijgt. Zo werken in Den Haag bedrijven en scholen samen aan een ‘Zorgcontainer’: een woning voor minder-validen, die voldoet aan geavanceerde eisen op het gebied van duurzaamheid. “Energie-, metaal-, robotica- en domoticabedrijven werken hierin samen. Zij formuleren de opdracht, die wordt uitgevoerd door leerlingen van het vmbo. We schakelen hiervoor ook hbo-studenten in, die in hun vierde jaar een minor projectmanagement volgen. Van dit project maken we een draaiboek, waarmee we in de toekomst ook nieuwe trajecten kunnen starten.”
Pragmatisch
Westerhuis merkt dat bedrijven niet goed weten welke rol ze kunnen spelen. “De bedrijven vragen automatisch naar hbo-opgeleiden. Door concrete projecten uit te voeren, kun je laten zien hoe ze kunnen samenwerken met het mbo en het vmbo.” De aandacht van het bedrijfsleven voor het beroepsonderwijs is dankzij het project Toptechniek in bedrijf vergroot. “De technologische ontwikkeling maakt het onvermijdelijk dat het bedrijfsleven een grotere rol in het onderwijs gaat spelen. Scholen kunnen deze ontwikkelingen anders niet bijbenen. Daar moeten we pragmatisch in zijn.”
Invalshoeken
Regio Haaglanden kent een grote jeugdwerkloosheid en de Haaglandse mbo-scholen zijn zich er zeer van bewust dat ze moeten opleiden voor banen in de regio. “Je doet ook aan talentontplooiing als je studenten naar een baan begeleid. Niemand is erbij gebaat als we opleiden voor banen die er niet zijn”, zegt Westerhuis. “Daarnaast willen we dat onze studenten zich kunnen handhaven in een veranderende samenleving. Een van de problemen met het beroepsonderwijs is wel, dat de opleiding sterk gericht is op één beroep. De samenleving heeft vragen die vanuit verschillende invalshoeken bekeken moeten worden om tot een goede oplossing te komen.” Westerhuis heeft goede ervaringen met de samenwerking tussen overheden, onderwijsinstellingen en ondernemers. “De wethouders zijn erbij betrokken en er zijn overlegsituaties op verschillende niveaus, waar ook werkelijk wat gebeurt. Toptechniek in bedrijf heeft een goed kader neergelegd.”
Critical friend
De twintig regio’s waarin Toptechniek in bedrijf wordt uitgevoerd, krijgen ondersteuning van ‘critical friends’. Kort geleden zijn de bevindingen van deze onafhankelijke critical friends gebundeld in de publicatie ‘Help de regio aan zet.’ In de publicatie pleiten zij voor continuering van de regionale beweging die op gang is gekomen. “Bij Toptechniek in bedrijf sluiten we aan bij de arbeidsmarktproblematiek”, vertelt Henny Lardenoye, innovatieadviseur en critical friend. “In het netwerk kun je nagaan wat de behoeften zijn van de bedrijven in de regio, niet alleen nu, maar ook in de toekomst. De partijen ontwikkelen gezamenlijk een sociaal economische visie op de regio en formuleren concrete en haalbare doelstellingen.”
Cultuuromslag
Er is een cultuuromslag nodig bij alle drie de partijen om de ingezette ontwikkeling te verduurzamen, vindt Lardenoye. “Scholen moeten meer tegemoetkomen aan de behoefte van het regionale bedrijfsleven. Daarbij moeten ze samenwerken en niet elkaar als concurrent zien in de slag om de student. Het bedrijfsleven moet ervan doordrongen raken dat zij nodig zijn om goede technici op te leiden. Het is belangrijk dat ze zorgen voor leerwerkplaatsen en stageplekken en scholen ondersteunen met moderne technische apparatuur. Ook de overheid kan helpen. Het beleid is nu gefragmenteerd. De ministeries van Economische Zaken, Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid voeren eigen beleid uit, dat niet altijd goed aansluit op het beleid van de ander. De aanpak van de problematiek van het tekort aan technici vereist een integrale aanpak. Zo zou je je niet alleen op jongeren kunnen richten, maar ook op werkzoekende ouderen.”
Diversiteit
De diversiteit in de twintig regio’s is een van de krachtige elementen van de aanpak van het project. “De twintig regio’s hebben op verschillende terreinen gepresteerd en kunnen veel van elkaar leren”, zegt Lardenoye. “Over het algemeen zijn er veel stappen gezet, maar je kunt nog veel slagen maken. Het project loopt maar drie jaar, dat is te kort voor een echte cultuuromslag.”