Slim gebruik maken van user generated content door media

Snel nieuwswaardige berichten, video’s en foto’s op het web plaatsen wordt door Smartphones voor iedereen mogelijk gemaakt. Vaak sneller dan journalisten.

In opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Pers deed TNO samen met het Instituut Voor Informatierecht een verkenning naar hoe officiële nieuwsaanbieders zo goed mogelijk gebruik kunnen maken van user generated content.

‘Nieuwsaanbieders zoals publieke en commerciële omroepen, kranten en nieuwssites moeten zichzelf opnieuw uitvinden,’ zegt Jop Esmeijer, innovator bij Strategies for the Information Society (TNO). ‘Nu ook niet-journalisten content maken, herdefiniëren zij hun rol en bedenken ze hoe ze zich voor publieksinbreng kunnen openstellen. Kwesties als evenwichtige berichtgeving, privacy, aansprakelijkheid, hoor en wederhoor en auteursrecht zijn maatschappelijk belangrijk, willen we goede kwaliteit media behouden.’

De NOS zal voor zichzelf een andere taak zien dan een nieuwsaanbieder als Dichtbij.nl. De eerste beschouwt zichzelf vooral als een onafhankelijke nieuwsvolger en -brenger. Die gebruik maakt van tips van kijkers, maar het nieuws zelf vorm geeft. Dichtbij.nl ontwikkelt zich steeds meer richting co-creatie. De redactie, die voorziet in regionaal nieuws, meet zichzelf steeds meer een regisseursfunctie aan. De website ontwikkelt zich zo tot regionaal nieuwsplatform.

Ondersteunen van redacties

Gebruik maken van content van lezers doen ze vrijwel allemaal. Vraag is nu hoe dat slimmer en efficiënter kan, want het kost redacties heel veel tijd. ‘Dit was dan ook de aanleiding voor deze verkennende studie: user generated content kan waardevol zijn, maar het levert ook een hoop werk op,’ aldus Esmeijer. ‘De vraag die we wilden beantwoorden was dan ook: hoe kunnen technische instrumenten redacties ondersteunen in het gebruik van user generated content? Vervolgens wilden we een specifieke oplossing uitwerken in een pilot.’ Eerste stap was het analyseren hoe de nieuwsaanbieders het nieuws presenteren. Daarna interviewden Esmeijer en collega’s hen, over hun specifieke vragen en problemen met betrekking tot user generated content. Een workshop bracht vervolgens meer duidelijkheid over het type instrument waar behoefte aan is.

Filtering en co-creatie

‘De behoefte is tweeledig’, zegt Esmeijer. ‘Er is veel behoefte aan slimme filtering in combinatie met een overzichtelijke presentatie van user generated content. Redacties willen snel bij de informatie komen die voor hen het meest waardevol en relevant is. Of ze willen juist de content vinden die schadelijk is, denk hierbij bijvoorbeeld aan plagiaat. Bij de meer vooruitstrevende nieuwsaanbieders is er behoefte aan instrumenten op het gebied van co-creatie. Bijvoorbeeld gebruikers in staat stellen om via de website extra informatie voor een artikel aan te dragen of zelfs actief mee te schrijven en te redigeren. Hier gaan product en proces meer door elkaar heen lopen. Bij een nieuwsgebeurtenis kan al snel een eerste artikel online staan. Deze is echter nog niet volledig en wordt door redactie en gebruikers aangepast met nieuwe informatie of inzichten. Dit heeft grote gevolgen voor de werkwijze en organisatie van nieuwsaanbieders.’

Redacties helpen innoveren

Er bestaat al een en ander aan software en diensten om informatie snel te filteren, ook software die ontwikkeld is door TNO. Deze diensten zijn echter louter georiënteerd op tekst. Een kant en klaar instrument die video en foto’s snel filtert voor gebruik door media bestaat nog niet. TNO doet veel onderzoek naar analyse van beeld, maar de stap naar diensten die nieuws filteren is nu nog te groot. Esmeijer treft momenteel voorbereidingen voor de pilot die ze zullen gaan draaien. Deze zal meer gericht zijn op vernieuwing en co-creatie. Het instrument moet redacties inzicht geven in welke gebruikers rond welke onderwerpen op wat voor manier actief zijn. Zo willen ze redacties helpen om snel de juiste content en de juiste gebruikers op het juiste moment bij elkaar te kunnen brengen. ‘Het moet co-creatie inzichtelijk maken en de stap naar co-creatie vergemakkelijken, zodat redacties sneller kunnen innoveren.’