Toename goederenvervoer Oost-Nederland baart zorgen.

De toename van het goederenvervoer in Oost-Nederland geeft problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid.

Landsdeel Oost wil duidelijkheid over aanpak goederenvervoer

Minister Schultz van Haegen heeft de toezeggingen die zij in november deed over het spoorvervoer door Oost-Nederland, vooralsnog niet waargemaakt. Die conclusie trekt Landsdeel Oost, waarin provincies, regio’s en gemeenten zijn vertegenwoordigd, na een bestuurlijk overleg op 21 februari in Arnhem.

Het ministerie heeft niet duidelijk kunnen maken welke varianten zij wil onderzoeken voor het verwerken van de vervoersstromen.

Toezeggingen
In november 2010 sprak Landsdeel Oost met de minister over het verbeteren van de leefbaarheid, bereikbaarheid en groeimogelijkheden van het regionale personenvervoer. De minister deed toen de toezegging om over deze onderwerpen in gesprek te gaan met overheden en inwoners het goederenvervoer zoveel mogelijk over water en de Betuweroute plaats te laten vinden afspraken te maken met Duitsland over de doorvoer van goederentreinen.

Onvoldoende duidelijkheid
Op al deze punten heeft het ministerie de Overijsselse en Gelderse bestuurders tot nog toe onvoldoende duidelijkheid gegeven. Met name de vraag welke varianten de minister wil onderzoeken voor het afwikkelen van de goederentreinen naar Noordoost-Europa blijft onbeantwoord. De bestuurders willen dit nog voor de zomer met de minister bespreken. In Landsdeel Oost zijn vertegenwoordigd: de provincies Overijssel, Gelderland, Regio Twente, Stadsregio Arnhem Nijmegen, regio Stedendriehoek en de gemeenten langs het spoor in Oost-Nederland.