Veel aandacht voor techniek in regeerakkoord
- 21 dec., 2017
- Technologie
- Bron: Techniekpact
Gisteren presenteerde de vier coalitiepartijen het nieuwe regeerakkoord van Rutte III. In het akkoord worden diverse maatregelen aangekondigd voor de versterking van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de technische sector.
Het nieuwe kabinet ziet techniek als een van de pijlers voor het versterken van de innovatiekracht van Nederland. De aanpak en inzet van het Techniekpact worden door het nieuwe kabinet voortgezet.
Kansen en talenten
Samen met onderwijzers, leerlingen, ouders, het vervolgonderwijs en het beroepenveld wordt de afgesproken herziening van het onderwijscurriculum doorgezet. Deze wordt in 2019 wettelijk verankerd. Hiermee wordt het funderend onderwijs voor vakken als Nederlands, rekenen en wiskunde meer toekomstbestendig gemaakt en komt er meer aandacht voor digitale geletterdheid en praktische vaardigheden. Ook worden de kerndoelen aangescherpt voor techniek, burgerschap en seksuele diversiteit.
Krachtig beroepsonderwijs
De regering stelt structureel 100 miljoen euro per jaar beschikbaar voor een dekkend aanbod en versterking van de kwaliteit van het techniekonderwijs op het VMBO. Daarnaast willen zij het succes van beroepsopgeleide jongeren vergroten door afspraken te maken om de overgang van VMBO naar MBO en de overgang van MBO naar HBO te verbeteren en om de mogelijkheid voor leerlingen te scheppen om niveau 1 of 2 binnen het VMBO af te ronden.
In het MBO worden de eisen aan het regionaal arbeidsmarktperspectief aangescherpt en wordt meegenomen of een opleiding voldoende aansluit op het beroepenveld. Daarnaast wordt de macrodoelmatigheid van bestaande opleidingen in het hoger onderwijs getoetst. Er komen instrumenten om in te grijpen bij opleidingen die studenten onvoldoende voorbereiden op de arbeidsmarkt.
Hoger onderwijs en onderzoek
Voor de (academische) PABO’s wordt het collegegeld voor de eerste twee jaar gehalveerd. Daarmee maakt de regering studeren aan de (academische) PABO extra aantrekkelijk. In deze kabinetsperiode wordt de bekostigingssystematiek voor het hoger onderwijs herzien, met daarbij specifieke aandacht voor technische opleidingen. Het budget voor fundamenteel onderzoek wordt stapsgewijs verhoogd tot jaarlijks 200 miljoen structureel vanaf 2020. Eenzelfde intensivering vindt plaats op het budget voor toegepast onderzoek en innovatie. Ten slotte stelt de regering twee maal 50 miljoen beschikbaar voor de onderzoekinfrastructuur.
Leren, zorgen, werken en ouder worden
Het is de primaire verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers dat werknemers inzetbaar blijven. De overheid zorgt voor de noodzakelijke randvoorwaarden. Een belangrijke succesfactor daarbij is een doorbraak op ‘levenlang leren’. Daarmee wordt verankerd dat toekomstige generaties werkenden productief en gezond kunnen werken, ook tot aan hun AOW-gerechtigde leeftijd.
Veel werkenden doen tijdens hun loopbaan weinig aan bijscholing. Dit is in het bijzonder het geval voor een aantal specifieke groepen, waaronder lager opgeleiden en ouderen. Om die reden, en om er voor te zorgen dat iedereen zich na het afstuderen kan blijven ontwikkelen, heeft het kabinet de inzet om de fiscale aftrekpost voor scholingskosten te vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben gehaald. Deze rekening moet het levenlang-lerenbeleid vanuit de overheid bundelen. Met sociale partners en onderwijsinstellingen worden afspraken gemaakt over hun bijdrage aan een levenlang leren bij de invoering van deze scholingsregeling. Hierbij wordt ook de positie van de O&O-fondsen betrokken. Daarbij is het relevant dat mogelijkheden voor werkgevers worden verruimd om investeringskosten in de inzetbaarheid van werknemers binnen de eigen organisatie in mindering te brengen op de transitievergoeding.
Om een cultuuromslag te bewerkstelligen voor ouderen op de arbeidsmarkt is een ambitieus leeftijdsbewust personeelsbeleid nodig. Het kabinet verwacht van sociale partners dat ze hier niet vrijblijvende afspraken over maken, met aandacht voor scholing, intersectorale mobiliteit, zicht op minder belastend werk en de nut en noodzaak van specifieke voorzieningen voor ouderen in cao’s. Mocht naar het inzicht van het kabinet te weinig voortgang worden geboekt om hier serieus invulling aan te geven, dan zal het kabinet – na hierover het gesprek te zijn aangegaan met sociale partners - niet aarzelen om daaraan consequenties te verbinden. Het kabinet is op zijn beurt gehouden kritisch te kijken naar eventuele belemmeringen voor de goede invulling aan de tripartiete verantwoordelijkheid. Dit kan bijvoorbeeld ook gaan over mogelijkheden om opties als deeltijdpensionering (via tweede pijlerpensioen of generatiepactregelingen) breder voor het voetlicht te brengen of gemakkelijker te maken.
Versterken innovatiekracht
- In het beroepsonderwijs krijgen vakmensen, techniek en ambacht prioriteit, herwaardering en een nieuwe impuls. Het Techniekpact en het Platform Bètatechniek worden voortgezet.
- Het kabinet investeert 200 miljoen euro per jaar in fundamenteel onderzoek. Daarnaast komt 200 miljoen euro per jaar extra beschikbaar voor toegepast onderzoek. Onderdeel daarvan is een extra investering bij grote technologische instituten die aantoonbaar aan marktbehoeften tegemoet komen en publiek-private samenwerking bij universiteiten en hogescholen met focus op bèta en techniek.
- Het topsectorenbeleid, gericht op samenwerking van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid zal sterker worden gefocust op de economische kansen die de volgende drie grote maatschappelijke thema’s bieden: energietransitie/duurzaamheid; landbouw/water/voedsel; en quantum/hightech/nano/fotonica.
Volg RegioinBedrijf op LinkedIn en blijf op de hoogte van regionale ontwikkelingen!