Werkgevers blij met continuïteit in topsectorenbeleid

VNO-NCW en MKB-Nederland zijn positief over de nieuwe stap in het topsectorenbeleid. Bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid investeren de komende twee jaar jaarlijks 2 miljard euro in gezamenlijk onderzoek en innovatieprojecten gericht op de topsectoren. De helft van het geld komt van het bedrijfsleven en de andere helft is publiek geld. De ondernemingsorganisaties noemen dit 'een forse investering die er op is gericht dat we ook in de toekomst ons geld in Nederland kunnen blijven verdienen.'

Continuïteit

Deze belangrijke nieuwe stap laat ook zien dat de spelregels in het topsectorenbeleid steeds duidelijker worden, stellen VNO-NCW en MKB-Nederland. 'De nu geboden continuïteit in dat beleid zorgt voor een behoorlijke investeringsbereidheid in economisch zware tijden.'

Kinderziektes

In de vandaag naar de Tweede Kamer gestuurde voortgangsrapportage ‘bedrijvenbeleid in volle gang’ staat ook hoe de kinderziektes - met name de bureaucratie rond het topsectorenbeleid - worden aangepakt. Ook constateren de ondernemingsorganisaties dat er goede stappen worden gezet in de aansluiting van het MKB bij de topsectoren. Er komt een instrument voor 'vroege fase financiering'. Daarmee kunnen startende en bestaande ambitieuze innovatieve MKB-bedrijven financiering krijgen om de eerste risicovolle fase door te komen en private investeerders aantrekken voor vervolgfinanciering om het idee op de markt te brengen. Positief is verder de intensivering van de MKB Innovatieregeling Topsectoren.

Groeimarkten

De voortgangsrapportage laat verder zien dat het topsectorenbeleid een sterkere koppeling zoekt met maatschappelijke uitdagingen als zorg, veiligheid en duurzaamheid. VNO-NCW en MKB-Nederland steunen deze koppeling en wijzen erop dat veel topsectoren al bezig zijn met deze thema’s. Dit zijn immers de groeimarkten van morgen. De economische invalshoek moet echter wel centraal blijven staan.

Industriebeleid

VNO-NCW en MKB-Nederland wijzen er wel op dat er zeker nog stappen te zetten zijn. 'De transitie van de technologische topinstituten met behoud van hun netwerk- en programmeerfunctie naar de nieuwe situatie moet nu worden afgerond', aldus de ondernemingsorganisaties. 'Belangrijk is vooral dat het topsectorenbeleid echt nieuw industriebeleid wordt. Het gaat om meer dan onderzoek en innovatie alleen, maar ook om onderwijs, wet- en regelgeving, de rol van de overheid als inkoper en bevordering en ondersteuning van de export. Daar zijn nog veel stappen te zetten.

De betrokkenheid van andere departementen bij het topsectorenbeleid kan beter, zowel op het gebied van wet- en regelgeving als de rol van de overheid als innovatief inkoper. Op exportgebied is het essentieel dat het ‘Dutch Good Growth fund’ openstaat voor alle bedrijven. Juist op het gebied van ontwikkelingssamenwerking valt veel winst te behalen in de samenwerking tussen grote en kleine bedrijven.'