Ondernemen met zorgvastgoed: niets doen kost geld!
- 22 mrt., 2013
- Zakelijke dienstverlening
De afgelopen acht jaar is de zorgsector zo geplaagd door beleidsonzekerheid, sinds vijf jaar gepaard aan negatieve gevolgen van de kredietcrisis en economische crisis, dat er erg weinig meer wordt geïnvesteerd in nieuw zorgvastgoed.
Dat gaat helaas ten koste van de continuïteit van de zorginstelling. Het is om meerdere redenen verstandiger om wel te gaan ‘bouwen’!
Nu inmiddels steeds meer duidelijkheid komt vanuit politiek Den Haag, bestaan de boodschappen vooral uit de woorden bezuiniging, versobering, nullijn en inperking. Dat zijn geen termen die een zorgbestuurder stimuleren om een actieve vastgoedstrategie te gaan voeren, waarbij hij zich met hoogwaardig nieuw zorgvastgoed kan gaan onderscheiden van de concurrentie.
Huisvesting steeds belangrijker
Natuurlijk zijn de kwaliteit van de zorg, de bejegening van de cliënt en hun naasten en de motivatie en kwaliteit van het personeel van eminent belang voor het succes en de continuïteit van een zorginstelling. Toch speelt ook de huisvesting in toenemende mate een rol in het onderscheidende karakter -en daarmee het concurrentievermogen- van een zorginstelling. Het gebouw bepaalt mede of iemand kiest voor een bepaalde instelling. Het gebouw is het visitekaartje van de zorginstelling en bepaalt de eerste (en tweede) indruk van een nieuwe cliënt en van diens familie/vertegenwoordiger.
Concurrentie is een relatief nieuw begrip in de zorg, maar is tegenwoordig van groot belang. Het niet goed kunnen concurreren zal daadwerkelijk worden gevoeld, onder meer in de portemonnee van de instelling. Leegstaande bedden en zorgkamers worden nog maar deels door de overheid vergoed en vanaf 2018 draait de instelling zelf voor het volle pond op voor de kosten van leegstand.
Kost niets doen niets?
Als we dan toch constateren dat in de zorgvastgoed de laatste jaren weinig wordt geïnvesteerd, dan lijkt het haast dat de zorgbestuurders de impact daarvan onderschatten. De vraag is: kost niets doen aan zorgvastgoed ook werkelijk ‘niets’?
Verlies concurrentievermogen
Wij denken van niet, om meerdere redenen. We bespraken al het verlies van concurrentievermogen: vastgoed is een visitekaartje van de zorginstelling; verouderd vastgoed leidt tot leegstand. Een tweede reden is het financiële badkuipeffect (zeg maar ‘aanlooptekort’) van nieuwbouw in eigendom. Van dit badkuipeffect heeft een instelling bij nieuwbouw gemiddeld tien jaar last. Dit effect kan binnen het dynamische overgangsregime (waarbij de sector geleidelijk overgaat van het traditionele nacalculeren van kapitaalslasten naar vergoedingen volgens de normatieve huisvestingscomponent) nog tot 2018 gedempt worden. Vanaf 2018 zal de instelling de financiële badkuip binnen haar totale vastgoedportefeuille moeten oplossen.
Kwaliteit tegen lage kosten
Reden nummer drie: met vastgoed kan ingespeeld worden op de wijzigende vraag van de cliënt en het wijzigende beleid. De zorgverlening zal qua organisatie aangepast moeten worden aan nieuwe situaties: flexibel inzetbaar maar ook ‘lean’, want zorgverzekeraars gaan voor kwaliteit tegen de laagste kosten. Deze randvoorwaarden gelden ook voor het vastgoed: aantrekkelijk en flexibel, maar ook ‘lean’. Een hoge gebouwkwaliteit tegen een redelijke prijs. Nu afwachten en niets doen leidt tot achterstand in de wedloop binnen de zorgketen, terwijl zorgverzekeraars zich opmaken voor nieuwe tijden, waarbij kwaliteit maar ook geld een grote rol spelen.
Voor elke zorginstelling met vastgoed (gehuurd of in eigendom) is het dan ook raadzaam om na te gaan wat het vastgoed voor haar doet. Zet het u op voorsprong, of plaatst het u in een achterhoedegevecht? Er is alle reden om in actie te komen want…. ‘niets doen’ kost geld!
Deze ondernemerstip is geschreven door Eric de Ridder, Senior Adviseur bij Van Aarle De Laat. Van Aarle De Laat geeft inhoud aan ambities op het gebied van maatschappelijk vastgoed. |
Meer informatie over AARLE DE LAAT, VAN :
Bekijk het complete bedrijfsprofiel