Pas op de bijtelling bij een bestelauto van de zaak

Voor sommige bestelauto’s gelden soepelere fiscale regels dan voor gewone auto’s. Stelt u als werkgever een bestelauto beschikbaar aan uw werknemers, dan zijn er een aantal mogelijkheden waardoor u geen (of weinig) loonheffing verschuldigd bent.

Mochten bepaalde omstandigheden anders zijn dan op papier is afgesproken, kan het best zijn dat een bestelauto alsnog onder de gewone bijtellingsregels valt. Vaak komt de verschuldigde loonheffing dan voor rekening van de werkgever. Omdat de Belastingdienst de mogelijkheid heeft om tot vijf jaar terug een naheffing op te leggen, lopen deze naheffingen hoog op.

Risico op naheffing

In de praktijk blijkt de Belastingdienst streng te controleren op dit punt. Een aantal situaties, waarbij met name de praktische uitvoering zorgt voor een risico op naheffing.

1. Een bloemist rijdt na afloop van het afleveren van bloemen bij diverse klanten, ’s avonds met de bestelauto naar haar eigen huis. Een werkgever kan haar werknemers verbieden om een bestelauto privé te gebruiken. Als dit schriftelijk goed is vastgelegd en in de praktijk worden uitgevoerd, zijn geen loonheffingen verschuldigd. De schriftelijke vastlegging gaat vaak goed, een naleving hiervan in de praktijk echter niet.
2. Een onderhoudsdienst heeft drie bestelauto’s waarvan in het verleden is vastgesteld dat deze doorlopend afwisselend wordt gebruikt door een vaste pool van tien monteurs. Daarom past de werkgever per bestelauto een eindheffing toe van € 300 per kalenderjaar. In de praktijk blijkt echter dat de drie bestelauto’s vaak door dezelfde drie werknemers wordt gebruikt en ook door hen ’s avonds en in de weekenden mee naar huis wordt genomen.
3. Een restaurant heeft een bestelauto die buiten werktijden achterblijft op het (afgesloten) parkeerterrein van het restaurant. De werkgever controleert echter niet of de bestelauto daadwerkelijk achterblijft. De autosleutel zelf na werktijd ook niet bewaard door de werkgever. Een bijtelling kan alleen achterwege blijven als de bestelauto buiten werktijd niet beschikbaar is voor privégebruik en hier een controle op plaatsvindt.
4. Een bestelauto heeft een scheidingswand tussen de laadruimte en de bestuurderscabine. Hoewel de laadruimte volledig is ingericht op het kunnen vervoeren van goederen, bevat de bestuurderscabine ‘schone’ zitplaatsen. Hierdoor kan geen beroep meer worden gedaan op de regel dat geen bijtelling van toepassing is omdat de bestelauto nagenoeg uitsluitend geschikt is voor het goederenvervoer.

Meer informatie? Contacteer BDO

Heeft u bestelauto’s, maar twijfelt u of terecht geen bijtelling wordt toegepast? Of andersom, past u momenteel een bijtelling toe maar is daar mogelijk geen verplichting toe? Neem dan contact op met de Adviesgroep Loon- & Premieheffing van BDO via telefoonnummer (070) 338 08 08 of stuur een e-mail.