Praktische regels voor de uitvoering van het juiste BTW-tarief
- 31 aug., 2012
- Financieel & Juridisch
Ten aanzien van de concrete gevolgen van de verhoging van het algemene Btw-tarief per 1 oktober aanstaande van 19% naar 21% ontstonden wat onduidelijkheden. De handreiking voor de praktijk...
1. BTW-verhoging
1.1 Het tarief van 19% wordt per 1 oktober 2012 verhoogd naar 21%
a. Gevolgen voor reguliere leveringen en diensten
- Prestatie verricht vóór 1 oktober 2012 -> 19% heffing
- Prestatie verricht ná 1 oktober 2012 -> 21% heffing
Vooruitbetalingen en eerdere facturen voor prestaties verricht ná 1 oktober 2012 voorkomen niet de heffing tegen het hogere 21%-tarief. Het tijdstip van de prestatie zal bepalend zijn en niet het moment van factureren.
Indien u facturen stuurt vóór 1 oktober 2012 in verband met prestaties die u verricht ná genoemde datum, mag u al wel 21% BTW op uw factuur vermelden en deze in uw aangifte onder vraag 1c (overige tarieven behalve 0%) invullen. Een alternatieve mogelijkheid is dat u eerst 19% factureert en later 2% nafactureert.
b. Doorlopende prestaties
Indien u doorlopende prestaties verricht (bijvoorbeeld het verlenen van licenties of bij abonnementen) die zijn aangevangen vóór 1 oktober 2012 en doorlopen na deze datum, geldt het tarief van 21% voor het deel van de prestaties dat plaatsvindt vanaf 1 oktober 2012.
Voorbeeld: een aan uw cliënt verstrekt jaarabonnement loopt van 1 januari 2012 tot 1 januari 2013. Begin 2012 heeft u een jaarfactuur uitgereikt met 19% BTW. Vanwege de BTW-verhoging dient u een onderscheid te maken tussen de periode vóór en na 1 oktober 2012. Over de door u verrichte prestatie tot en met 30 september 2012 rekent u 19% BTW. Over de vanaf 1 oktober 2012 verrichte prestatie rekent u 21% BTW. U kunt de 2% extra BTW over de periode vanaf 1 oktober 2012 nafactureren in het vierde kwartaal 2012 of optellen bij de jaarfactuur 2013. U dient de extra BTW wel over tijdvak oktober of vierde kwartaal 2012 af te dragen.
c. Onderhoudsabonnementen
Indien u een onderhoudsabonnement verstrekt, bijvoorbeeld voor cv-installaties, kunt u hiervoor een jaarfactuur uitreiken. De fiscale behandeling hiervan is anders dan in het hiervoor beschreven geval van de abonnementen. In het onderhoudsabonnement gaat het eigenlijk om één hoofdprestatie, zijnde de jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden. Het moment waarop u de hoofdprestatie verricht, bepaalt de hoogte van het tarief over de jaarfactuur. Na 1 oktober 21%, ervoor 19%. Indien de onderhoudsbeurt ná 1 oktober plaatsvindt, dient u 2% BTW alsnog te factureren over het jaarbedrag.
d. Onderhanden werk
Een vergelijkbare regel als bij onderhoudsabonnementen geldt bij onderhanden werk. Indien u maandfacturen stuurt voor werkzaamheden die u feitelijk deels vóór en deels na 1 oktober verricht, dient u een compartimentering toe te passen. U bepaalt eerst welk deel van uw totale werkzaamheden u vóór 1 oktober 2012 verricht en welk deel na 1 oktober. Vervolgens weet u welk deel van uw werkzaamheden belast wordt met 19% en welk deel met 21%. U past deze verdeling toe op uw totaalbedrag aan maandfacturen over 2012.
Voorbeeld: U stuurt maandelijks facturen ad € 1.000,-- (exclusief BTW).
Variant 1. U verricht de prestatie volledig vóór 1 oktober: 19% BTW over alle maandfacturen.
Variant 2. U verricht de prestatie volledig ná 1 oktober: 21% over alle maandfacturen. Over de verstreken maandfacturen met 19% BTW tot 1 oktober zendt u ná 1 oktober een factuur met het aanvullend BTW-bedrag ad 2%. Op facturen vanaf 1 oktober vermeldt u het 21%-tarief.
Variant 3. U verricht de helft van de prestatie vóór 1 oktober en de helft ná 1 oktober: U dient 19% BTW te berekenen over zes maandtermijnen (6 * € 190,-- = € 1.140,--) en 21% over zes maandtermijnen (6 * € 210,-- = € 1.260,--) . Indien u al negen maandtermijnen met 19% heeft gefactureerd, dient u over drie maandtermijnen 2% extra BTW (3 * € 20,-- = € 60,--) alsnog te berekenen. Dit extra bedrag (€ 60,--) kunt u optellen bij uw maandfactuur over oktober, november of december, zodra de prestatie is afgerond en de verdeling bekend is.
Levering onroerende zaken en onderhoud
Indien bij levering of verbouwing van onroerende zaken de vergoeding in termijnen vervalt, geldt het 21%-tarief alleen voor termijnen die vanaf 1 oktober 2012 vervallen. Dit geldt niet voor onderhoud, waarvoor de hoofdregel geldt dat het moment van verrichten van de prestatie maatgevend is voor het toepassen van het 19%-tarief of het 21%-tarief.
e. Nieuwbouwwoningen
Bij koop- en aannemingsovereenkomsten (inclusief hierin overeengekomen meerwerk) voor nieuwbouwwoningen gesloten vóór 28 april 2012, waarbij de vergoeding in termijnen wordt betaald, blijven alle termijnen die vervallen vóór 1 oktober 2013 onder het 19%-tarief vallen. Eventuele latere termijnen vallen wel onder het 21%-tarief.
Houd de deadline van 1 oktober 2012 scherp in de gaten. Indien u prestaties verricht aan particulieren of BTW-vrijgestelde ondernemers leidt het hogere BTW-tarief tot hogere kosten voor uw afnemers dan wel een lagere winstmarge voor u. Indien u als vrijgesteld BTW-ondernemer leveringen of diensten inkoopt, bespaart u 2% BTW-heffing indien u de prestatie vóór 1 oktober 2012 laat verrichten.
Zorg er ook voor dat uw ICT-toepassingen tijdig klaar zijn voor de BTW-verhoging. Facturen- en aangiftesoftware dienen de mogelijkheid te bieden tijdig het 21%-tarief toe te kunnen passen.
Kompaan Accountants & Adviseurs vertrouwt erop u hiermee voldoende op de hoogte te hebben gesteld van de actuele stand van zaken ten aanzien van de BTW-verhoging. Voor nadere vragen verzoeken wij u contact op te nemen met uw relatiebeheerder binnen ons kantoor.
Wij zijn u graag van dienst. Tijdens onze jaarlijkse presentatiebijeenkomst op de derde dinsdag van oktober zullen wij uiteraard nadere aandacht besteden aan het hiervoor beschreven onderwerp.
Meer informatie over HLB Van Daal Adviseurs en Accountants - Locatie Amsterdam:
Bekijk het complete bedrijfsprofiel
Volg RegioinBedrijf op LinkedIn en blijf op de hoogte van regionale ontwikkelingen!