Vijf misverstanden over de Quotumwet
- 13 jun., 2016
- Arbeidsmarkt
De Quotumwet is een wettelijke stok achter de deur van de overheid. Veel werkgevers hebben van het boetesysteem gehoord, maar in de praktijk doen vele spookverhalen en halve waarheden de ronde. BZW zet de meest voorkomende misverstanden op een rij.
1. De Quotumwet komt er nooit
Hij is er al. De wet werd snel na de banenafspraak aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer. Dit geeft aan hoe serieus de regering de zaak neemt. De Quotumwet treedt in werking als uit de jaarlijkse meting blijkt dat de overheid en/of marktsector niet op koers liggen met de realisatie van banen voor mensen met een beperking.
2. De Quotumwet geldt voor iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt
De wetgeving richt zich op extra banen voor een specifieke doelgroep: mensen die onder de Participatiewet vallen en geen wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen, mensen met een Wsw-indicatie, met een Wiw- of ID-baan en Wajongers met arbeidsverhoging en mensen met een medische beperking die vóór hun 18de verjaardag is ontstaan en zonder ondersteuning geen WML kunnen verdienen. De Quotumwet betreft dus bijvoorbeeld geen langdurig werklozen of vijftigplussers.
3. Het quotum geldt voor 2026. Wie dan leeft, wie dan zorgt.
De voortgang van het banenplan wordt jaarlijks beoordeeld. In 2016 worden voor het eerst wettelijke consequenties aan de feitelijk gerealiseerde banen verbonden. Dat doet het kabinet, in overleg met de sociale partners en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Treedt de Quotumwet in werking voor de overheid en/of het bedrijfsleven, dan wordt een quotumpercentage bepaald voor 2017. Werkgevers die hier niet aan voldoen, ontvangen in 2018 een boeteheffing in de brievenbus.
4. Het Quotumpercentage is vijf procent
Als de regeling wordt geactiveerd, geldt die alleen voor werkgevers met 25 of meer werknemers die meer dan 40.575 verloonde uren via de loonaangifte verantwoorden. Het quotumpercentage van vijf procent - één op de 25 werknemers - uit het regeerakkoord is vervangen door een formule. Voor de overheid en het bedrijfsleven wordt een apart percentage berekend dat afhankelijk is van het aantal gerealiseerde banen voor arbeidsbeperkten. Hoe meer banen, hoe lager een eventueel quotumpercentage.
5. Een boete betalen is goedkoper
Zet de boeteheffing af tegen de loonsom van iemand met een arbeidsbeperking, en deze stelling gaat waarschijnlijk op. Maar ondernemen is vooruitzien. Misschien vergt het wat meer energie en tijd, maar mensen met een arbeidsbeperking kunnen zoals alle werknemers hun geld opbrengen. Bovendien zijn er allerlei financiële en fiscale regelingen die de kosten en risico’s van werkgevers drukken. Daarnaast zijn er extra voordelen te behalen zoals een positieve sfeer, een sociaal gezicht, voorrang bij aanbestedingen en meer rendement door het weghalen van secundaire taken bij reguliere werknemers.
Meer informatie over VNO-NCW Brabant Zeeland:
Bekijk het complete instantieprofiel
Volg RegioinBedrijf op LinkedIn en blijf op de hoogte van regionale ontwikkelingen!