Tech Playgrounds: met hubs op scholen naar 1.000 deelnemers

Gestart in 2016 als ongedwongen ontmoetingsplekken in de wijk voor jonge techneuten en makers, toonden de Eindhovense Tech Playgrounds van Dynamo Jeugdwerk zich snel ook kweekvijvers voor talent.

Reden voor het technisch bedrijfsleven om aan te haken met support. De beweging stelt nu graag haar vergaarde faciliteiten en netwerk ter beschikking aan scholen. Aanjager en projectleider Fleur Besters: “Samen met scholen willen we hubs realiseren in aanvulling op de inmiddels al meer dan twaalf werkplaatsen bij jeugdcentra, de GGzE, in speeltuinen en twee scholen, op naar 1000 kinderen die meedoen.”

Tech Playgrounds

Ruim 150 techniekminnende jongens en meiden zijn al niet meer weg te slaan bij de Tech Playgrounds. In de leeftijd van zeven tot 27, en afkomstig van verschillende onderwijstypes, gaan ze er wekelijks na school in gemengde groepjes aan de slag met techniek en computers. Ze betalen  slechts een euro per keer. Ze maken er vrienden, hebben lol en leren van elkaar onder begeleiding van jeugdwerkers en vrijwilligers met technische skills. Voor elk is er wat wils, van programmeren, 3D-tekenen en lasersnijden tot (lego)robotica en zeepkisten bouwen.

Podium voor techniekfreaks

De veilige havens voor ‘techniekfreaks’ die op school soms geen gelijkgestemden treffen, zijn daarnaast een podium voor hun kunnen. Zo geeft een team van negen- tot twaalfjarige pupillen workshops tijdens de aankomende Dutch Technology Week in de stand van Brainport Industries op de High Tech Campus. Ze leren leeftijdsgenoten solderen, organiseren Lego Robot Battles en laten zien hoe je een lichtgevende onderzetter of hefbrug in elkaar zet.

Sponsorbijdragen

Sponsorbijdragen maken nieuwe activiteiten mogelijk, zoals een  leerlijn met 12 lessen van zo’n anderhalf uur voor het bouwen van een eigen ‘Shitty Robot’. 3D-ontwerpen, paper protoyping en elektronica; alles zit erin. Brunel Foundation schonk maar liefst 20.000 euro voor het ontwikkelen van de lesstof, het trainen van vrijwilligers en de aanschaf van middelen.

Zo veel mogelijk kinderen bereiken 

Ook hebben Tech Playgrounds dit jaar de organisatie overgenomen van de regionale First Lego League finale, die eerder in handen was van Fontys Hogescholen. ASML ondersteunt in dit geval. “Het ligt in ons straatje en graag helpen we mee bij een goed lopend, populair event. Daar zien we meer in dan in zelf weer iets nieuws proberen te lanceren. We zijn bovendien erg blij met de kennis die Fontys aan ons overdraagt”, aldus Besters. Een winstoogmerk is er nadrukkelijk niet. Exposure en verdere professionalisering dienen uiteindelijk tot doel om succesvol uit te breiden. “Zo veel mogelijk kinderen bereiken en laagdrempelige toegang bieden tot Tech Playgrounds in hun eigen wijk, daar gaat het ons om.”

Een hoek in de aula inrichten

Scholen zijn dan logische aanknopingspunten. “We mikken op een uitrol in de vorm van hubs. Denk daarbij aan kleinschalige werkplaatsen, maar wel helemaal volgens het Tech Playground concept, die je bijvoorbeeld kunt inrichten in een hoek van de aula of in een klaslokaal na schooltijd. Eerst eens een workshop organiseren, of een tijdelijke ‘pop-up’ Playground neerzetten kan trouwens ook.” En altijd is er de connectie met de grotere infrastructuur die extra voorzieningen en mankracht biedt. “We leveren startbegeleiding, denken mee over benodigde materialen en bieden vrijwilligers de mogelijkheid mee te draaien in ons hoofdkwartier in Philipsdorp , waar bijvoorbeeld 3D-printers en een lasersnijder staan. Voor dit alles vragen we een bescheiden, kostendekkende bijdrage.” Het hoofdkwartier aan de Lindenlaan staat model voor de non-formele, uitnodigende Tech Playground setting die juist ook is gericht op leerlingen die minder makkelijk meekomen op school, maar bijvoorbeeld wel uitblinken in bouwen en ontwerpen. Jeugd en vrijwilligers zijn er de hele week welkom. “We gaan er thuiszitters begeleiden en helpen er onze tech-docenten zich te ontwikkelen richting werk. De verbinding met Brainport bedrijven is daarom zo waardevol.”