Unieke samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in regio Arnhem - Nijmegen

  • Onderwijs & Training

Dat er een tekort aan technisch personeel zoals engineers is, is algemeen bekend. Bedrijven zijn naarstig op zoek naar manieren om scholieren en zij-instromers te bewegen tot het volgen van een technische opleiding. En naar manieren om ervoor te zorgen dat deze studenten ook met de gewenste ervaring het werkveld in komen.

Unieke samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in regio Arnhem - Nijmegen

Foto: Copyright Alliander

In de regio Arnhem – Nijmegen is er een unieke samenwerking ontstaan tussen onderwijs en bedrijfsleven.

Operational Network Traineeship

Sinds 2012 werkt het Centre of Expertise Duurzame Elektrische Energie (SEECE) vanuit de HAN aan het human capital-vraagstuk in de energiesector. Alliander, Hogeschool Arnhem Nijmegen, het Graafschap College en VO-schoolbestuur Quadraam slaan nu de handen ineen om tot een passende oplossing te komen. Op 1 september starten twaalf studenten aan het Operational Network Traineeship, een tweejarig traject waarbij je drie dagen in de week voor Alliander werkt en twee dagen in de week de associate degree Elektrotechniek / Energietechniek volgt. Aan het eind van de opleiding heeft de student een erkend Ad-diploma én een baan bij Alliander.

“Bij de HAN zetten we alles op alles om samen met bedrijven te voldoen aan de groeiende vraag naar technici. Wij kunnen ons technisch beroepsonderwijs alleen samen met innovatieve bedrijfspartners vormgeven”, licht The Economic Board-lid Kees Boele en voorzitter College van Bestuur van de HAN. "Wij noemen dat werken in de driehoek. Dit is een essentieel element in ons instellingsplan 2020. Samenwerking over de grenzen van het onderwijs heen is daarmee een essentiële vereiste voor onze studenten, docenten en onderzoekers. Daarom zijn wij ook erg verheugd mee te werken aan het Operational Network Traineeship.”

Koppeling

Jan Oosting, verantwoordelijk voor onderwijsvernieuwing bij SEECE: “Het traject wat we nu ingaan is een voortvloeisel van praten, luisteren en goed opletten. Uit gesprekken met het voortgezet onderwijs bleek dat er een deelpopulatie van havisten is, zo’n twintig procent, die er tegenop zien om nog vier jaar in de schoolbanken te zitten. Zij zijn praktisch ingesteld, maar hebben wel een enorme drive om te groeien. Eigenlijk willen zij werken en leren tegelijkertijd, maar zoiets bestaat momenteel nog niet voor het hbo. Tegelijkertijd kwam Alliander naar ons met het tekort aan goed opgeleide vakmensen voor de specifieke infrastructuur van hun eigen netwerk. Deze twee vraagstukken hebben we aan elkaar gekoppeld.”

Het bijzondere aan het traject is niet alleen dat er voor het eerst een praktische invulling aan een hbo-opleiding wordt gegeven, maar ook dat voor het eerst de volledige lijn van havist tot medewerker met alle partijen wordt besproken. Daniël Albers, manager Opleidingen bij Alliander: “Vaak is het probleem dat de losse onderdelen: de leerling, het middelbaar onderwijs, het beroepsonderwijs, het hoger onderwijs en het bedrijfsleven, niet aan elkaar gekoppeld zijn. Door dit nu wel te doen, creëren we een overgang van vmbo / havo naar het bedrijfsleven zonder barrières. Zo wordt er in samenwerking met middelbare scholen zoals Quadraam gekeken welke specifieke leerlingen geschikt zouden zijn voor deze opleiding. Dat zouden wij zonder medewerking van de natuurkundedocenten van deze leerlingen niet kunnen. Hoe gaaf is dat?!”

Bijscholing

Wanneer Alliander nu een net afgestudeerde bachelorstudent in dienst neemt, moet deze nog bijgeschoold worden in de specifieke werkomstandigheden van Alliander. Dat is niet meer nodig bij de studenten die het traineeship afronden. Albers vertelt over zijn eigen ervaring: “Toen ik vijftien jaar geleden bij Alliander aan de slag ging, liep ik de eerste drie maanden in een overall rond voordat ik achter mijn bureau aan het werk ging. Dat is niet meer hoe het vandaag de dag gaat. Vakmensen komen meteen op de kantoren en leren gaandeweg. Op de langere termijn zie je dan vaak dat ze bepaalde kennis missen. Als je niet snapt welke vaardigheden een monteur moet hebben, of met welke materialen hij juist wel of niet moet werken dan maakt dat het werken ook lastiger. Door de studenten op te leiden, ze de eerste maanden te laten meelopen in onderdelen van de monteursopleiding en ze daarna als (assistent) engineer aan het werk te zetten kunnen we dit probleem omzeilen én zijn ze na de Ad beter inzetbaar.”

Samenwerking

Dat samenwerking onontbeerlijk is, vindt ook Oosting: “We zien nu al op de arbeidsmarkt dat er grote problemen ontstaan, omdat onderwijs te weinig maatwerk biedt. Teveel studenten vallen momenteel uit op stappen over naar een andere studie. Dat vinden wij, zeker gezien de grote tekorten op de arbeidsmarkt, maatschappelijk niet acceptabel. Punt is dat niemand een pasklare oplossing heeft. Een alternatief voor praktische leerlingen, voor wie nu nog geen traject was in de hogere opleidingsmarkt, is een mooi begin.”

Andere grote energiespelers in Nederland kijken met een schuin oog naar het traject zegt Albers: “Zij willen graag op dezelfde manier leerlingen gaan opleiden, zodat ze kunnen werken met de netwerksystemen van het bedrijf.” Oosting: “En er zijn nog veel meer bedrijven die ook een dergelijk traject willen. Zij kunnen echter geen twaalf trainees plaatsen, maar misschien wel één of twee. Samen kunnen zij weer een klas studenten vormen. Dit werken we na de pilot verder uit. Zoals gezegd: er moet zowel op individueel, hogeschool- en bedrijfsniveau gekeken worden. Betere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven leidt tot veel meer begrip over en weer. Toen wij begonnen met SEECE was de instroom van specifieke energiestudenten 50. Inmiddels zijn het meer dan 120. Daarmee is onze missie nog niet geslaagd, want we hebben nog veel meer mensen nodig, maar we hebben wel grote stappen gezet.”

The Economic Board

The Economic Board is een triplehelix-samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven in de regio Arnhem – Nijmegen, met Wageningen. Als innovatiemotor stimuleert en verbindt The Economic Board bedrijvigheid en innovaties in de topsectoren Food, Health en Energy en de cross-overs daartussen. Daarnaast communiceert de instantie over het bijzonder potentieel van de regio en verbindt de instantie partijen met elkaar. Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en Alliander zijn partners van The Economic Board.

Meer informatie over The Economic Board:

Bekijk het complete instantieprofiel