Waar liggen de kansen in de biobased economy?
- 13 jun., 2016
- Agrofood & Biobased
Onduidelijke regelgeving, marktverstoringen, de biobased economy kent nog voldoende uitdagingen. We moeten toe naar een economie waar rest- en afvalstoffen succesvol hergebruikt worden. Maar hoe?
RegioinBedrijf Connect
Verbinden en kennisdelen, dat was ook dit keer de insteek tijdens RegioinBedrijf Connect. In het prachtige oude klooster van conferentiecentrum Bovendonk was het regionale netwerk massaal bijeengekomen. Samen stonden zij stil bij relevante vragen over actuele thema’s, zoals de biobased economy.
Hoog op de politieke agenda’s
De biobased economy staat hoog op de agenda van de landelijke politiek. En ook in West-Brabant is de biobased sector één van de economische pijlers. Maar is dat terecht? En wat houdt biobased nu eigenlijk in? Een gemêleerd gezelschap uit de industrie ging tijdens een levendige tafeldiscussie op zoek naar antwoorden.
Experts uit de industrie
“Welke eigenschappen zijn er nodig om biobased producten op de markt te brengen?” posteerde discussieleider Marleen Janssen Groesbeek de centrale vraag. De bij Avans werkzame professor werd aan tafel vergezeld door Corne van Baal (Appkuns), Hans Bakker (Gebrema), Arie de Bode (Heros Sluiskil), Annette van der Kooij en Sebastian (beide Van der Kooy Pijnacker) en Frans Moraal (RegioinBedrijf).
Regelgeving
Volgens de tafelgasten ontbreekt het aan stimulerende regelgeving. De huidige regelgeving is vaak te streng of onduidelijk en staat zo de ontwikkeling van biobased producten in de weg. En wat is nu eigenlijk biobased? Wanneer voldoet een product aan dat predikaat? Als het aan de deelnemers ligt, moet een product voor 90 tot 95 procent uit gerecycled materiaal bestaan.
Verschuiving naar de chemische industrie
Dat gerecylede materiaal komt niet alleen van natuurlijke grondstoffen zoals bijvoorbeeld landbouwafval. Biobased verschuift namelijk langzaam richting de chemische sector. Dit wordt door een aantal tafelgasten met argusogen bekeken. “Wat is nu oprecht groen? Iets dat voor 60% biologisch is, wordt gewoon biologisch genoemd. Terwijl er allerlei chemicaliën aan toegevoegd kunnen zijn.”
Duurzame economie
Biobased producten moeten wat dat betreft geen doel op zich zijn, maar een middel naar een duurzamere wereld, vindt Hans Bakker. In dat licht helpen de zogenaamde ‘groene certificaten’ niet. “Groene certificaten worden met goede bedoelingen gestimuleerd, maar ze verstoren de markt”, ziet tafeldame Marleen Janssen Groesbeek.
Hoe ‘groen’ is groen?
Het probleem met groene certificaten is dat ze afgekocht kunnen worden. En dat terwijl bijvoorbeeld ‘groene stroom’ niet per definitie groen opgewekt hoeft te zijn. Sterker, er kunnen tijdens de stroomopwekking nog steeds allerlei milieubelastende effecten zijn, zoals bijvoorbeeld een flinke co2-uitstoot. ‘Wat is dan nog groen?’, vraagt men zich af.
Verantwoordelijkheid bij consument of fabrikant?
Iedereen is het er over eens dat biobased producten bij moeten dragen aan een schoner milieu. Maar waar ligt de verantwoordelijkheid van vervuiling? Zo zijn er plannen om met grote bezems de troep in de oceaan op te ruimen. Maar wie zorgt er voor die troep? Zijn dat de fabrikanten of de consumenten. De meningen zijn verdeeld en dus wordt de oplossing in het midden gezocht.
Verwijderingsbijdrage plastic
Waar de autorecycling een verwijderingsbijdrage kent, kan zo’n constructie ook uitkomst bieden voor de biobased keten. “Wat als we de consument tien cent extra laten betalen voor bijvoorbeeld plastic flesjes en dit in een ontwikkelingsfonds stoppen?”, oppert Frans Moraal. Sebastiaan voelt er meer voor om ook de vervuilende fabrikant aan te pakken. “Weg van het gas en naar vervangende biobased producten.”
Grootverbruikers aanpakken
Marleen Janssen Groesbeek ziet een gulden middenweg: “De consument subsidieert nu de grootverbruikers van energie. Als je de grootverbruikerskorting wegneemt, hoeft de consument minder te betalen en kunnen ze dus het dubbeltje voor de verwijderingsbijdrage betalen. Voor de grootverbruikers wordt het tegelijkertijd minder aantrekkelijk om veel gas af te nemen.”
Europese subsidie OP Zuid
Het lijkt een uitstekende oplossing. Toch ziet Corné van Baal dat de concurrentiepositie van Nederland daarmee in het gedrang komt. Wellicht dat subsidies uitkomst bieden. Zo is er in het kader van OP Zuid 100 miljoen Europese subsidie beschikbaar voor bedrijven in de zuidelijke provincies. 25 miljoen daarvan is gereserveerd voor het mkb. “Helaas heeft de mkb’er vaak geen weet van deze regeling”, ziet Frans Moraal. Daarnaast blijkt het aanvragen een flinke handicap. “Zo komen de juiste mensen niet aan het geld. Maar de BOM (Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij) zou kunnen helpen”, besluit Moraal.
Auteur: Bouke Tuit