Stedendriehoek - economisch sterk dankzij de maakindustrie
De Stedendriehoek omvat een gebied dat gelegen is in het noordwesten van Gelderland en het zuidwesten van Overijssel. De WGR (Wet Gemeenschappelijke Regelingen) Stedendriehoek is opgedeeld in zeven gemeenten, te weten Apeldoorn, Brummen, Deventer (Overijssel), Epe, Lochem, Voorst en Zutphen. Deze regio wordt gekenmerkt door het stedelijke netwerk Apeldoorn–Deventer–Zutphen.
Infrastructuur
De regio wordt ruimtelijk gezien gevormd door het Veluwemassief, de Veluweflank, de IJsselvallei en de Graafschap. De A1 (Deventer-Amersfoort) en de A50 (Arnhem-Zwolle) vormen de belangrijkste verkeersaders. De aanwezigheid van de A1 zorgt voor internationale ontsluiting en bereikbaarheid van het gebied ten opzichte van zowel de Randstad als van Oost-Europa.
Omgeving
De regio wordt omsloten door het oostelijk deel van de Randstad, de regio Twente, het knooppunt Arnhem-Nijmegen en het stedelijke netwerk Zwolle-Kampen. Een spoornetwerk zorgt voor goede verbindingen met de rest van Nederland. Het netwerk Apeldoorn-Deventer-Zutphen kenmerkt zich door een sterke stedelijke oriëntatie. De steden hebben zich door de jaren heen richting hun eigen achterland ontwikkeld, waarbij ze ‘met de rug’ naar elkaar toe zijn komen te liggen.
Ruimte voor groei
Met ruim 410.000 inwoners herbergt de Stedendriehoek 2,5% van de Nederlandse bevolking binnen haar regiogrenzen. Apeldoorn is met ruim 155.000 inwoners de grootste gemeente binnen het samenwerkingsverband en behoort qua omvang tot de 15 grootste gemeenten van Nederland. Deventer (ruim 98.000 inwoners) en Zutphen (47.000 inwoners) komen op de tweede en derde plek.
Het grondoppervlak van de Stedendriehoek bedraagt ongeveer 1.100 km2. De oppervlakte van de gemeente Apeldoorn bedraagt 30,9% en is de grootste gemeente binnen de Stedendriehoek, gevolgd door Lochem (19,6%), Epe (14,3%) en Deventer (12,2%).
Stuwende werkgelegenheid
Kenmerkend is verder de omvang van de stuwende werkgelegenheid. Er is een groot aantal bedrijven actief dat ook andere bedrijven aan werk helpt. De Stedendriehoek is een belangrijke schakel in de kenniseconomie; het aantal arbeidsplaatsen is groter dan in menig andere regio met een universiteit.
De verwachte groei van de werkgelegenheid in de Stedendriehoek is opmerkelijk. Buiten de Randstad neemt de regio de vierde plek in als het gaat om de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen.
Industrieel karakter
De economische structuur heeft in diverse onderzoeken centraal gestaan. Uit deze rapporten blijkt dat het economisch profiel sterk bepaald wordt door de (maak)- industrie. Dit betekent dat de regio een industrieel karakter heeft.
De belangrijkste industrietakken in 2009 zijn de metaalindustrie, de grafische industrie en de voedingsmiddelenindustrie. In de periode 2004 tot 2009 is het aantal banen in de industrie met 12 procent gedaald. De enige industriebranches waar een stijging van het aantal banen te zien is, zijn de voedingsindustrie (11%) en de metaalindustrie (27%).
Economie en bedrijventerreinen
Cijfers uit 2009 laten zien dat de industrie ondanks het dalend aantal banen nog steeds sterk vertegenwoordigd is. Ook uit het rapport ‘De economie aan zet’ (TNO Inro, 2004) blijkt dat het industriële karakter dé -concurrentie- kracht is.
De 5 voornaamste bedrijfstakken
Vijf bedrijfstakken zijn sterk oververtegenwoordigd. Het gaat hierbij om de papierwaren- en kartonindustrie (in Brummen en Apeldoorn), uitgeverijen, drukkerijen en reproductie (in Deventer en Apeldoorn), de rubber- en kunststofverwerkende industrie (in Apeldoorn en Deventer), de metaalproductenindustrie (in Apeldoorn en Deventer) en het verzekerings- en pensioenwezen (in Apeldoorn).
Industrie als stabiele factor
Vier van de vijf bedrijfstakken kunnen tot de industrie gerekend worden, met uitzondering van het verzekerings- en pensioenwezen. De industrie wordt gezien als de meest stabiele sector in zowel economisch mindere- als in goede tijden.
Door de breed georiënteerde en gevarieerde economische structuur bestaat er vraag naar een gedifferentieerd aanbod aan bedrijventerreinen. Het gaat zowel om de kwantitatieve als kwalitatieve behoefte.
Voor de economische ontwikkeling en werkgelegenheid is een aantal zaken van belang.
- Bestaande plannen voor bedrijventerreinen moeten worden gerealiseerd.
- Men moet tijdig besluiten nemen over nieuwe locaties en de ontwikkeling van deze locaties.
- Vraag en aanbod van de verschillende types bedrijventerreinen moeten jaarlijks worden gemonitord, zodat de planning van bedrijfslocaties hierop kan worden afgestemd