MBO wint aan terrein in Brabant

Brabant heeft een levendige industrie- en dienstensector. De roep om mbo-onderwijs dat naadloos aansluit op de arbeidsmarkt wordt steeds luider. Zeker op technologisch en innovatief gebied, waar de ontwikkelingen over elkaar heen buitelen.

Samen met het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven in Brabant spant de provincie zich in om de aansluiting met de beroepen van morgen niet te missen.

Sneller en flexibeler

De aansluiting van het mbo-onderwijs op de arbeidsmarkt kan beter. Voor de regionale opleidingscentra is het lastig de opleidingen aan te passen aan de snel veranderende praktijk, ook omdat apparaten waarmee bedrijven werken, zoals 3D-printers en zonnecollectoren, kostbaar zijn.

Met het samenwerkingsverband Kennispact 3.0 brengt de Provincie Noord-Brabant werkgevers en 10 Brabantse mbo-opleidingen met elkaar in contact. Om samen te werken aan vernieuwing van het onderwijs en een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. De provincie ondersteunt daarnaast initiatieven die scholen vaak niet volledig op eigen kracht kunnen uitvoeren. Zoals met een subsidie aan het Summa College voor modernisering en toepassing van Engels in 6 mbo-opleidingen.

Schoolvoorbeeld

De opleiding mbo-verpleegkundige op het Summa College in Eindhoven is een schoolvoorbeeld van hoe het moet. “Bijna al onze studenten hebben al een baan voordat ze de opleiding hebben afgerond”, zegt docente Monique van Kasteren. “In de zorg is er een enorm tekort aan goede mensen, maar die zorg is wel complexer geworden. Instellingen hebben geen plek meer voor ouderen. En dus wonen ze langer thuis. Dat betekent dat onze studenten ook met steeds complexere situaties te maken krijgen, zoals dementie. Onder hoge werkdruk moeten ze in 1 oogopslag zien wat de zorgbehoevende nodig heeft. Dat vraagt wat van ze, ook qua begeleiding vanuit de instelling waar ze werken.”

Hybride docent

Het meest ideale is volgens Van Kasteren als die begeleiding vanuit school gebeurt. “Wij hebben bij een instelling een leerafdeling die compleet wordt gerund door onze studenten. Omdat het om meerdere stagiairs op 1 plek gaat, kun je als docent gemakkelijk meer uren op locatie draaien. Al mijn collega’s hier komen uit het werkveld. Naar mijn idee draagt dit zeker bij aan een goede aansluiting van onze studenten op de arbeidsmarkt.” De provincie wil hierin nog een stap verdergaan: met de inzet van zogenaamde hybride docenten die onderwijs combineren met een reguliere baan. Bedrijven en onderwijs zouden hierin nog meer de samenwerking moeten zoeken. Ook omdat de hybride docent een oplossing kan bieden voor het lerarentekort in het mbo.

Onverwachte situaties

Kirsten Geraerts, een leerling van Monique van Kasteren, beaamt dit. “Natuurlijk kan de school niet alles behandelen wat je in de praktijk tegenkomt”, zegt ze. “Zeker in de gehandicaptenzorg sta je vaak voor onverwachte situaties. Ik loop stage in een woonhuis van zorgorganisatie Severinus in Veldhoven. De mensen in mijn huis hebben autisme en dus complexe zorg nodig. Dat betekent dat alles volgens vaste regels moet gebeuren. Op de automatische piloot handelen is hier geen optie. Er gebeurt elke dag wel iets waarbij je goed moet nadenken. Juist daarin zit voor mij de uitdaging. Al op mijn 12e wist ik dat ik, net als mijn moeder, de zorg in wilde. En nog steeds vind ik het superleuk.”

Bedrijven zetten deuren open

Het Summa College haalt intussen ook de praktijk binnen de school. Met het wijkleerbedrijf Lokaal + bijvoorbeeld. Hier worden ouderen uit de buurt op school ontvangen en indien nodig begeleid. Ook het Brabantse bedrijfsleven haalt steeds vaker opleidingen in huis.

Voorbeelden

Voorbeelden zijn de opleiding luchtvaartdienstverlener op Eindhoven Airport, de automotive opleiding bij Automotive Helmond, de opleidingen techniek, procestechnologie, teclab en fablab op Brainport Industries Campus (per augustus 2018) en de opleidingen tot onder meer carrosseriebouwer en lasser bij VDL. “Van de 56 medewerkers die wij nu hebben, is bijna een kwart intern opgeleid”, vertelt Harm Wever, hoofd Kwaliteit bij VDL Lasindustrie in Eindhoven. “Daarmee doen we meteen aan verjonging.”

Schaarste op arbeidsmarkt

Tijdens snuffelstages van vmbo’ers heeft Wever talenten direct in de peiling. “Laatst nog een jongen van 15 jaar; die was hier niet weg te slaan. Hij had het lassen écht in de vingers. Ik heb hem direct aangeboden om de bbl-opleiding (beroeps begeleidende leerweg, red.) te komen volgen: 4 dagen werken, 1 dag naar school. Zo’n jongen laat je niet lopen, zeker niet met een schaarste op de arbeidsmarkt.”

Schreeuw om vakmensen

Vooral in de robotisering schreeuwen bedrijven om goede vakmensen. Ook binnen VDL. Wever: “We krijgen steeds meer robots en hebben daarom ook steeds meer mensen met kennis van robots nodig. Daarom starten we in het schooljaar 2018-2019, samen met het Summa College, met de opleiding lasrobotprogrammeur. Als iets er niet is, kun je het ook zelf creëren.”

Fijn bedrijf

Kamil Sto zit nu in het 1e jaar van de opleiding basislasser. 7 jaar geleden kwam hij vanuit Irak in Nederland terecht, leerde Nederlands en ging naar School 23 in Eindhoven. Sinds ruim 1 jaar loopt hij stage bij VDL Lasindustrie.“Ik had goede verhalen over VDL gehoord”, vertelt hij. “Harm gaf me de kans om me te bewijzen.” Het liefst werkt Kamil elke dag over. “Ik doe mijn werk niet omdat het moet, maar omdat het zo leuk is. Mijn vader had in Irak een metaalbedrijf, en ook mijn opa werkte in de metaal. Als kind ging ik in de vakanties al met mijn vader mee.” Inmiddels werken ook Kamils broer en een neef bij VDL. “Het is gewoon een fijn bedrijf”, zegt hij. “Ik voel me hier echt thuis en mijn collega’s zijn m’n vrienden.”