Meer toekomstgerichte plannen voor bedrijventerreinen in Noord-Veluwe

Noord-Veluwse gemeenten stelden in 2011 het Regionaal Programma Bedrijventerreinen op. Dit programma bestaat uit gezamenlijke afspraken tussen de gemeenten en met de provincie Gelderland over de planning en programmering van bedrijventerreinen in de regio.

De gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten stelden in 2011 het Regionaal Programma Bedrijventerreinen Noord-Veluwe op. Het programma is ook aan actualisatie toe omdat het toekomstperspectief reikt tot het jaar 2020, terwijl er voor een beleid dat rekening houdt met de huidige ontwikkelingen inmiddels een doorkijk tot 2025 nodig is.

Regionaal Programma Bedrijventerreinen

De regiogemeenten en de provincie Gelderland willen een herijking van het Regionaal Programma Bedrijverterreinen (RPB). De vraag is of kan worden volstaan met een actualisering van het programma uit 2011 of dat een compleet nieuw RPB een betere oplossing is. Om die vraag te beantwoorden is een heldere analyse van de huidige situatie het vertrekpunt.

Alle samenwerkende gemeenten werken momenteel mee aan een gedetailleerd onderzoek naar de uitgiftes van de afgelopen jaren, de ‘leads’ van dit moment en ideeën voor mogelijke veranderingen van bestaande terreinen. De gemeenten proberen echter vooral zicht te krijgen op de toekomstperspectieven en hoe ze die kansen (gezamenlijk) kunnen pakken.

Vraaggerichte benadering

Voorop staat dat de regio naar de toekomst wil kijken en binnen de ruimtelijke regelgeving kiest voor een vraaggerichte benadering. Oftewel: de focus ligt minder bij het aantal hectares en meer bij de kansen. Centraal staat wat bedrijven aan kwantiteit en kwaliteit nodig hebben. Net zoals bij andere sociaal-economische onderwerpen, wordt hierin samengewerkt met De Diamant van Midden-Nederland.

Lokale krapte en regionale ruimte

Sinds 2011 is de jaarlijkse uitgifte bij het meren-deel van de gemeenten achtergebleven bij de prognoses. Het is duidelijk dat de vraag naar bedrijventerreinen nu weer aantrekt. Dat lijkt erop te wijzen dat er sprake is (geweest) van uitstel van de destijds verwachte vraag. Alleen al vanuit het perspectief van de werk-gelegenheid is het voor de regio wenselijk om vast te houden aan de beschikbare hectares op boven-lokale bedrijventerreinen. De kansen voor het verder invullen van regionale terreinen liggen onder meer bij het gegeven dat veel gemeenten lokaal tegen hun grenzen aanlopen. De uitdaging luidt dan ook (al dan niet gezamenlijk) mogelijkheden te creëren in het spanningsveld tussen ‘lokale krapte’ en ‘regionale ruimte’.

Klimaatneutraal en Lelystad Airport

Voor de actualisering van het Regionaal Programma Bedrijventerrein is het streven van de acht Noord-Veluwse gemeenten om vóór 2050 klimaatneutraal te zijn een belangrijke ontwikkeling om goed in het vizier te houden. Hetzelfde geldt voor de kansen die de aanzienlijke uitbreiding van Lelystad Airport ook voor de Noord-Veluwe biedt.

Kansen zien en pakken

Adriaan Hoogendoorn regionaal portefeuillehouder economie en van daaruit ook lid Stuurgroep De Diamant benadrukt het belang van gezamenlijke ambitie en daarmee gezamenlijke energie.

“We moeten denken vanuit de vraag. Regionale ondernemers kunnen ons daarbij helpen. In een compacte periode (september-oktober) willen we reële kansen in beeld krijgen en daarmee aan de slag gaan om ze te verzilveren. Het gaat om de werkgelegenheid van de regio. Bestaande en in te vullen bedrijventerreinen/werklocaties zijn de grondstof voor de regionale economie. Door nu geconcentreerd en gezamenlijk met het thema aan de slag te zijn willen we een spit dieper komen. In de afgelopen jaren was er lokaal veel aandacht voor bedrijventerreinen, maar gezamenlijk/regionaal was het toch vooral ‘ontwikkelingen voor kennis aannemen’. Met de inspiratie en de energie kunnen we al dan niet gezamenlijk richting uitvoering en formele zaken volgen daarna.”