Minister Kamp opent Breda International Airport

Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft vanmiddag Nederlands eerste kantoor met ‘eigen’ start- en landingsbaan geopend op Breda International Airport.

Naast minister Kamp was ook Martin Schröder, luchtvaartpionier en ambassadeur van Seppe Airparc bij de opening aanwezig. Seppe Airparc is het nieuwe onderdeel van Breda International Airport waar de kantoorgebouwen met inpandige hangars zijn gerealiseerd. Ondernemen én vliegen gaan er hand in hand. Het vliegveld van Breda geldt als een economische motor van de regio.

De kantoorgebouwen met hangars en een start- en landingsbaan zijn geïntroduceerd voor bedrijven die regelmatig gebruik maken van een luchthaven en niet langer willen pendelen tussen zaak en vliegveld.

Minister Kamp: “vliegveld belangrijke bijdrage”

“Hier spreekt de dynamiek uit, die deze regio Breda kenmerkt. Dit vliegveld zal een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de ontwikkeling van de transportsector in deze regio”, aldus Kamp.

Breda International Airport werd tot nu toe vooral gebruikt voor recreatieve vluchten, maar met de komst van Seppe Airparc komt hierin verandering. De luchthaven wil voor de bevordering van de vluchten de verschillende activiteiten gescheiden houden. Daarom gaat Breda International Airport zich aan de zuidkant van het vliegveld op de zakelijke markt richten. De noordkant is bedoeld voor de recreatieve luchtvaart.

Diverse bedrijven

Op Seppe Airparc vestigen zich veel verschillende soorten bedrijven. Met name DGA’s (directeur grootaandeelhouders) en grotere bedrijven met een eigen vliegtuigexploitatie tonen veel interesse in het nieuwe concept. De eerste acht van de 24 te bouwen units zijn nu geopend. Eén van de gebouwen is de nieuwe terminal, de overige 7 zijn kantoorpanden met eigen hangars. Initiatiefnemer en directeur van Breda International Airport Stef Have kijkt al uit naar de twee volgende fases van dit project, waarvan de bouw eind van dit jaar begint.

Breda International Airport is sinds 1 januari 2008 in particuliere handen. Voorheen waren dertien Brabantse gemeenten, de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Brabant gezamenlijk eigenaar. Eis van de voormalige eigenaren bij de overname was ‘de zakelijke markt op het vliegveld te vergroten’.