'Neergaande trend belangrijker dan plek op ranglijst'

Dat Nederland een plaats is gezakt op de Europese innovatielijst is niet leuk. Maar het echte probleem is dat er een dalende trend is in plaats van een stijgende.

Dat stellen VNO-NCW en MKB-Nederland als reactie op de innovatielijst van het Europese Commissie, die gisteren bekend werd. De bedrijvenorganisaties vrezen dat bezuinigingen deze trend versterken.

Nederland daalde van de vijfde naar de zesde plaats op de innovatieranglijst van de Commissie en zakt daarmee verder weg van de vier innovation leaders: Zweden, Denemarken, Duitsland en Finland. Nederland daalde ook al op de innovatieranglijst van het World Economic Forum (naar plaats 8). Maar volgens VNO-NCW en MKB-Nederland is het vooral belangrijk om te kijken naar de onderliggende trends.

Opmars gestopt

De afgelopen tien jaar is de positie van Nederland op vrijwel alle innovatieranglijsten fors verbeterd. Aan het begin van dit millennium stond Nederland buiten de Top 10 van de EU en het WEF. Maar dat is geen reden om rustig achterover te leunen, stellen VNO-NCW en MKB-Nederland. Diverse studies wijzen er namelijk op dat de opmars is gestopt. Zo laat de derde voortgangsrapportage van de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020 zien dat andere landen zich sterker hebben verbeterd.

Topsectorenbeleid

De slechte score van Nederland kan vooral worden toegeschreven aan een achteruitgang bij het aantal publiek-private wetenschappelijke co-publicaties. Dat heeft volgens de bedrijvenorganisaties alles te maken met de bezuinigingen op publiek-private samenwerking. Krachtig doorzetten van het topsectorenbeleid is gewenst om deze score weer op peil te brengen, vinden VNO-NCW en MKB-Nederland. Daarnaast zijn er zorgen over de fiscale instrumenten voor innovatie. Hierop wordt door dit kabinet aan het einde van de rit bijna 400 miljoen bezuinigd. De twee organisaties vrezen dat dat leidt tot een verdere daling van het innovatief vermogen.