Regio As50 wil meer hoger opgeleiden aantrekken

Het beter op de kaart zetten van de As50 regio, een afstudeerbeurs voor hoger opgeleiden en beter openbaar vervoer. Dat zijn enkele van de aanbevelingen om meer hbo’ers en wo’ers aan de regio te binden.

Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van de As50 gemeenten Oss, Uden, Veghel, Bernheze en Landerd. Het rapport is maandag 12 september om uur 16.30 uur in de oude raadzaal aan de markt aangeboden aan o.a. de Veghelse wethouder Margriet Bräuner.

Hoog opgeleiden belangrijk de regio

Studerende jongeren of jongeren die net afgestudeerd zijn, behouden voor of laten terugkeren naar de regio. Dat is het doel van de As50 regio. Jonge, hoog opgeleiden zijn belangrijk voor de vitaliteit van de regio, de levendigheid van centra en het aantrekken van nieuwe bedrijven. Ook trekken zij andere hoog opgeleiden aan. Tot nu toe is de trend dat hoog opgeleide jongeren naar steden trekken. De As50 regio, maar ook de gehele regio Noordoost Brabant, loopt dan ook achter als het gaat om het aantal jonge (afgestudeerde) hbo’ers en wo’ers dat hier woont.

"Sterk, nationaal en internationaal georiënteerd bedrijfsleven"

“Dat moet echt anders”, stelt wethouder Margriet Bräuner. “En dat kan ook anders. Deze regio heeft veel te bieden als het gaat om werk, wonen en recreatie. Wij hebben een sterk, nationaal en internationaal georiënteerd bedrijfsleven. Dat biedt kansen als het gaat om werk en werkervaring. Daarnaast hebben veel jongeren hier familie en/of vrienden wonen. Ook dat kan een belangrijke reden zijn om je hier te vestigen. Belangrijk is dat we veel meer laten zien wat we in huis hebben.”

Gemeenten doen aanbevelingen

De gemeente Oss, Uden, Veghel, Bernheze en Landerd doen ook andere aanbevelingen om meer hbo- (hoger beroeps onderwijs) en wo- (wetenschappelijk onderwijs) jongeren aan de regio te binden, zoals betere marketing, een talentscout, een klankbordgroep van hoger opgeleiden en een afstudeerbeurs. Op de langere termijn wordt het opbouwen van een netwerk van hoger opgeleiden, een gezamenlijk traineeprogramma en een regionaal centrum voor onderzoek en statistiek aanbevolen. Margriet Bräuner: “Het gaat enerzijds om beter vermarkten wat we hebben en anderzijds om slimme investeringen doen. Wat mij betreft gaan we nog liever vandaag dan morgen aan de slag. De urgentie is hoog genoeg.”