Bietsuiker als grondstof voor bioplastic

Dat suikerbieten en bietsuiker voor veel toepassingen bruikbaar zijn is al langer bekend. Maar, met een quotumloze toekomst in het vooruitzicht werkt Cosun hard aan nieuwe afzetvormen. Daarvoor steunt het Avans Hogeschool in het onderzoek naar de productie van bioplastics.

Op 21 januari maakte Cosun en Avans hun samenwerking officieel. De komende jaren gaat de coöperatie de hogeschool in Breda financieel ondersteunen  bij het onderzoek naar de productie van bioplastics uit hernieuwbare grondstoffen. In dit geval dus bietsuiker. De overeenkomst loopt enkele jaren. Hoe lang de termijn exact bedraagt en welk bedrag ermee is gemoeid wordt niet bekend gemaakt.

Bilateraal project

Luiz Canalle, hoofdonderzoeker van de Biopolymeren Onderzoeksgroep, noemt het samenwerkingsverband uniek. ‘Normaalgesproken krijgen dergelijke projecten vaak financiële steun van de overheid. Dat is nu niet het geval. Het gaat om een bilateraal project tussen het bedrijfsleven en een kennisinstelling.’ Het project valt onder de vlag van het Centre of Expertise Biobased Economy. Dit centrum is een samenwerkingsverband tussen Avans Hogeschool in Breda en de Zeeuwse HZ University of Applied Sciences.

Avans doet al drie jaar onderzoek naar het winnen van furaan uit fructose, suiker dus. Vanuit deze furanen kunnen biopolymeren worden gemaakt, die de basis zijn van bioplastics. Ook lignine –het houterige bestandsdeel van planten – is een mogelijke bron voor biopolymeren. Bioplastics hebben als voordeel dat ze minder nadelig zijn voor het klimaat, doordat ze uit hernieuwbare grondstoffen worden gemaakt en niet uit milieubelastende aardolie. Dit betekent volgens Canalle echter niét dat ze per definitie gemakkelijk te recyclen zijn. Hier ligt nog een enorme uitdaging.  Voor de Biopolymeren Onderzoeksgroep is dit een belangrijke eis voor de ontwikkeling van nieuwe bioplastic.

Moeten we in de toekomst vruchtbare landbouwgrond opofferen voor de productie van bioplastics net zoals dat bij energie het geval is? Nee, zegt Canalle resoluut. ‘Voor het winnen van energie is zeer veel biomassa nodig. Dat geldt in veel mindere mate voor het gebruik van biomassa als grondstof voor de chemische industrie. Vergelijk het met het gebruik van aardolie. Slechts 5 procent van alle gewonnen aardolie is voor de chemische industrie bestemt. Ook in het geval van bioplastics spreek je dus over veel kleinere volumes.’

Belofte

De extreem lage olieprijzen vormen een uitdaging voor de transitie naar bioplastics. ‘Bioplastics kunnen momenteel niet concurreren op prijs tegenover de traditionele variant’, legt Canalle uit. ‘We moeten daarom op zoek naar hoogwaardige toepassingen.  Bijvoorbeeld door meerwaarde te creëren met nieuwe of verbeterde eigenschappen. Daarvoor is echter nog veel onderzoek benodigd. Biopolymeren hebben een enorme belofte maar die moet eerst nog waargemaakt worden.’

De hoofdonderzoeker ziet in de coöperatie een goede partner: ‘Cosun kijkt naar de wereldmarkt en welke vraag er heerst. Ze richten zich op het ontwikkelen van nieuwe toepassingen voor de gehele suikerbiet. Niet alleen de suikers. Daarmee blijf je competitief. Ik hoop ook dat we onze overeenkomst in de toekomst kunnen verlengen en verdiepen. We zijn nu druk bezig met onderzoek en hopen in de nabije toekomst nieuwe resultaten bekend te kunnen maken.

De furanensector kent veel concurrentie. Cosun is daarom voorzichtig. Nederland bevindt zich echter in een goede positie op het gebied van kennis en ontwikkeling. Die moeten we echter wel vast zien te houden. Dit bijzondere project – waarbij het bedrijfsleven en hogescholen intensief samenwerken – helpt daarbij. Het is van groot belang voor de regionale industrie én wij kunnen praktijkgericht kwaliteitsonderwijs van betekenis bieden aan onze studenten.’