Biobased economy gebaat bij meer maatschappelijke deelname

Drijvende kracht achter de biobased economy zijn overheden, bedrijven en onderzoeksinstellingen. Vaak is het voor het grote publiek nog onbekend. Door middel van het gesubsidieerde project BioSTEP wil de EU daar verandering in brengen.

BioSTEP moet de betrokkenheid buiten de triple helix vergroten. BioSTEP wordt gedragen door een internationaal consortium uit vijf landen: Duitsland, Italië, Bulgarije, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. LEI Wageningen UR is een van de partners. Volgens Greet Overbeek, onderzoeker aan dit instituut, is het belangrijk om de maatschappelijke betrokkenheid bij de biobased economy te verbreden. In de vijf landen trekt nu vooral de triple helix de kar. De stimulans die daarvan uitgaat is goed, stelt Overbeek, maar uiteindelijk moet er ook maatschappelijke urgentie en begrip komen. Dit zodat de noodzaak om biotische reststromen opnieuw te gebruiken toeneemt. En om ervoor te zorgen dat mensen het verschil weten tussen producten die uit fossiele grondstoffen en uit biomassa zijn gemaakt.

Biobased Delta

In het kader van BioSTEP deed LEI Wageningen UR onder andere onderzoek naar de sociaal-maatschappelijke en milieu-impact van biobased productgroepen (biobrandstoffen, bioplastics, et cetera). Daarnaast is het onderzoeksinstituut verantwoordelijk voor één van de vier case studies van het project: de Biobased Delta. Onder deze vlag werken overheden, bedrijven en kennisinstellingen aan de ontwikkeling van de biobased economy in Zuid-West-Nederland. Overbeek: "Ook in de Biobased Delta zetten de partners in op een grotere betrokkenheid van stakeholders buiten de triple helix, vooral van MKB-bedrijven. Daarnaast leren burgers biobased producten kennen."