RECRON luidt noodklok: seizoenswerk bedreigd door nieuwe wetgeving

Vanaf volgend jaar dreigen duizenden seizoenskrachten in de recreatiesector hun baan te verliezen. Dit is het gevolg van de nieuwe Wet werk en zekerheid die seizoensmatig werk beperkt tot maximaal 6 maanden.

RECRON eist dat de wet aangepast wordt zodat seizoenskrachten weer het hele seizoen op recreatiebedrijven kunnen blijven werken.

Elk jaar gaan na de herfstvakantie duizenden recreatiebedrijven dicht om voor het paasweekend weer te beginnen met het nieuwe seizoen. Van de vaste seizoenskrachten die veelal 8 tot 9 maanden in het hoogseizoen werken, wordt voor een paar maanden afscheid genomen. Receptie, animatie en schoonmaak zijn immers in deze maanden niet nodig als het bedrijf dicht is.

Veelal gaat het om trouwe werknemers die elk jaar weer terugkeren als de hekken van het terrein weer opengaan. De tussentijd wordt overbrugd met spaargeld, een winterbaantje of een WW-uitkering. Zo werken recreatiebedrijven al decennia naar volle tevredenheid van werkgever én werknemer. Ook de vaste gasten zijn blij om in het nieuwe seizoen weer vertrouwde gezichten te zien.

Langer uit dienst

Maar het fenomeen vaste seizoenskrachten dreigt te verdwijnen van de terreinen van veel recreatiebedrijven. Dat blijkt uit het onderzoek van branchevereniging RECRON onder haar leden. Drie op de vier recreatiebedrijven komen in de problemen, omdat vaste seizoenskrachten vanaf dit jaar minimaal zes maanden uit dienst moeten om een contract voor onbepaalde tijd te voorkomen. 70 procent van de recreatieondernemers denkt niet dat zijn seizoenskrachten deze zes maanden zonder problemen kunnen overbruggen: vaste seizoenskrachten zullen hierdoor eerder aanspraak moeten maken op uitkeringen terwijl werkgevers hen juist graag een paar maanden extrra in dienst zouden hebben.

Adri van der Weyde, voorzitter van RECRON stelt in een reactie: “Minister Asscher zegt op te komen voor de fatsoenlijke arbeidsmarkt maar laat seizoenskrachten keihard in de steek. Onbedoeld zorgt dit onderdeel van de Wet werk en zekerheid dat werkgevers en werknemers in de recreatiesector een keuze moeten maken tussen meer werk óf meer zekerheid: als je elk jaar terug wilt keren zal je minder dan 6 maanden kunnen werken. Of: als je toch langer wilt werken is het in veel gevallen niet meer mogelijk om het volgende seizoen terug te keren. Dat was nooit de bedoeling van deze wet.”

Ook belang voor werknemers

Van der Weyde is van mening dat de oplossing voor het oprapen ligt: “breng de tussenpoos tussen contracten weer terug van 6 maanden naar 3 maanden. Dan wordt het weer mogelijk om een heel seizoen op een recreatiebedrijf te blijven werken. Dat is in het belang van werkgevers, maar ook vooral in het belang van de werknemers”.