Werkzame beroepsbevolking weer ouder
- 15 mrt., 2012
- Arbeidsmarkt
- Bron: CBS
De gemiddelde leeftijd van de werkzame beroepsbevolking is in 2011 verder opgelopen tot ruim 41 jaar. Begin jaren negentig was dit nog 36 jaar.
Bij de mannen waren er voor het eerst meer werkende vijftigers dan dertigers. Het openbaar bestuur en de overheidsdiensten zijn de afgelopen twintig jaar het meest vergrijsd.
Gemiddelde leeftijd werkzame beroepsbevolking 41,2 jaar
Tussen 1990 en 2011 is de gemiddelde leeftijd van de werkzame beroepsbevolking met 5 jaar gestegen tot 41,2 jaar. In deze periode is de bevolking steeds ouder geworden. Daarnaast is ook de arbeidsparticipatie van de 50- tot 65-jarigen fors gegroeid: van 35 procent in 1990 tot 60 procent in 2011. De toename was vooral sterk onder vrouwen.
Onder werkende mannen meer vijftigers dan dertigers
In 2011 waren er 95 vijftigers werkzaam op 100 werkende dertigers. Begin jaren negentig waren dat er nog maar 42. In die tijd hadden betrekkelijk weinig 50- tot 60-jarige vrouwen een betaalde baan en was de arbeidsparticipatie van mannen van die leeftijd vrij laag, mede als gevolg van gunstige regelingen van vervroegde uittreding. Bij de mannen waren er in 2011 voor het eerst meer werkzame vijftigers dan dertigers.
Vergrijzing in openbaar bestuur en overheidsdiensten het grootst
In alle bedrijfstakken is de gemiddelde leeftijd tussen 1990 en 2010 opgelopen. De stijging was met 7 jaar het grootst bij het openbaar bestuur en overheidsdiensten. Maar ook in de zorg, de industrie en de financiële instellingen werden de werkenden in doorsnee flink ouder: gemiddeld met 6 jaar.
Het hoogst was de gemiddelde leeftijd met 44 jaar in de landbouw en visserij, gevolgd door het onderwijs en het openbaar bestuur en overheidsdiensten met een gemiddelde van 43 jaar. Het jongst met ruim 34 jaar waren werkenden in de horeca.