'We kunnen niet de hele wereld in één keer veroveren'
- 17 jul., 2017
- Automotive
Op 7 juni 2017 is een Nederlands-Franse samenwerking op het gebied van Smart & Green Mobility van start gegaan. Een cluster van Nederlandse bedrijven, kennisinstituten en de (RVO) tekende een convenant in het kader van het programma Partners for International Business (PIB).
Het consortium wordt geleid door clusterorganisatie AutomotiveNL en bestaat uit een combinatie van 20 partners, waaronder bedrijven, kennisinstellingen, brancheverenigingen en overheden. Deelnemers zijn APPM Management Consultants, Automotive Campus, Brightlands Materials Center, Dutch-INCERT, Ebusco, kennis- en innovatiecentrum ElaadNL, EMOSS, Greenflux, Holst Centre / Solliance Solar Research, Last Mile Solutions, de Nederlandse Ambassade in Parijs, Pentacon Engineering, Polyscope, Sensata Technologies, Streetplug, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Vereniging DOET, Technolution, TNO, TU/Eindhoven en UL International. Smart Mobility Stories stelde vijf slimme vragen over deze samenwerking aan Bram Hendrix, manager Smart Mobility bij AutomotiveNL.
1. Waarom is Europese samenwerking belangrijk?
Aangezien Nederland een kleine markt is, zijn ontwikkelingen op het gebied van Smart Mobility per definitie internationaal. Daarom moeten we vanuit internationaal perspectief naar oplossingen kijken. Nederland alleen is als afzetmarkt al snel te klein. Bovendien moeten we onze ogen openhouden voor wat er elders in de wereld wordt gerealiseerd. Dit geldt zeker voor de automotive-sector, die immers een global industry is. Dat zien we ook terug in de cijfers: bijna 90 procent van wat ‘we’ als Automotive Nederland maken is bestemd voor de export. Maar het geldt ook voor nieuwe technologieën, zoals kaarten voor zelfrijdende voertuigen en chips.
2. Hoe organiseren we internationale samenwerking?
We kunnen niet de hele wereld in één keer veroveren. Focus is daarom noodzakelijk. Daarbij worden we enorm geholpen door het Nederlandse Innovatie Attaché Netwerk, dat zich wereldwijd uitstrekt over negentien landen. De attachés kennen de lokale markt goed, speuren naar kansen en maken de verbinding met Nederland. Samen met onze innovatieattaché in Frankrijk hebben we geconcludeerd dat we veel te weinig samenwerken met Frankrijk. Slechts 4 procent van onze Automotive-export gaat naar Frankrijk, tegenover bijvoorbeeld 44 procent naar Duitsland. En dat terwijl de Franse markt ook groot en innovatief is. Met hulp van onze mensen op de Ambassade in Frankrijk en van de RVO hebben we dan ook een speciaal programma voor Frankrijk opgezet: Partners for International Business gericht op Smart & Green Mobility en Smart Materials.
3. Welke tips heeft u voor Nederlandse bedrijven die actief willen worden op de Europese markt?
In beginsel geldt voor ontwikkelingen en oplossingen dat je sowieso in een breed perspectief moet denken. Een product dat maar op één plek en op één manier werkt heeft weinig potentie. Daarnaast werkt de Europese- en wereldmarkt grotendeels hetzelfde als in Nederland: verdiep je in de klant, maar ook in de cultuur. Het is vaak geen hit-and-run, maar je moet er aan de voorkant in investeren. Daarbij kunnen andere organisaties of samenwerkingen via bijvoorbeeld het programma PIB, dus maak vooral ook gebruik van de contacten en partijen die graag willen helpen!
4. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in Frankrijk?
De ontwikkelingen in Frankrijk zijn gelijk aan de ontwikkelingen elders: mobiliteit en transport moeten veiliger, schoner en efficiënter. De Franse industrie - met grote autofabrikanten zoals PSA en Renault, maar ook met grote toeleveranciers zoals Valeo en Faurecia - heeft serieuze omvang en kwaliteit. Toch kunnen zij niet alles alleen. Nederlandse bedrijven kunnen er dan ook prima zaken doen en toegevoegde waarde leveren. Taal en cultuurverschillen waren lange tijd een obstakel. De taalbarrière wordt steeds kleiner en de Fransen staan meer open voor samenwerking.
5. Het PIB-convenant is voor drie jaar ondertekend. Wat gaan jullie doen en wat willen jullie bereiken?
Via het PIB-programma gaan we gezamenlijk en gecoördineerd de Franse markt verkennen en koppelen aan Nederlandse bedrijven en overheden. Dat doen we door gezamenlijk beurzen te bezoeken met een Holland-paviljoen, zoals EQUIP AUTO 2017, en door gerichte bedrijfsbezoeken af te leggen. Met hulp van de Ambassade in Parijs en de Franse clusterorganisaties gaan we ook seminars en misschien een economische missie organiseren. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de Fransen niet meer om ons heen kunnen en moet het convenant leiden tot het tekenen van contracten en vergaande samenwerking.
Meer informatie over het programma PIB? Bram Hendrix, b.hendrix@automotivenl.com
Volg RegioinBedrijf op LinkedIn en blijf op de hoogte van regionale ontwikkelingen!